maandag 16 september 2013

Onherbergzaam

Is het zo warm genoeg, vraagt Rutger terwijl hij een zware emmer met sop voor mijn voeten zet. Ik steek mijn hand in het water en knik. Precies goed zo. Rutger sleept de emmer naar het keukentje in het lokaal en begint heel precies de kastjes uit te soppen. Als hij halverwege is draait hij zich grijnzend om. Ik doe dit thuis nooit! Dus ik moet maar niet aan je moeder vertellen hoe goed je dit kunt? Nee juf, doe dat maar niet. Sanne en Lotte zijn de kast achter mij aan het schoonmaken. Het tempo is nogal sloom want ze vinden het reuze interessant wat ze allemaal tegenkomen. Kijk juf, hier op deze foto was u nog jong! Wanneer was dat? Ver in de vorige eeuw, vraag maar niet verder. Overal om me heen wordt er geruimd en gesopt. De leerlingen vinden het heerlijk, zo’n opruimdagje. Ik niet. Ik tuur naar mijn computerscherm waar ik de laatste zaken in het leerlingvolgsysteem ParnasSys probeer te zetten. Het systeem is niet voor niets naar een ruig en onherbergzaam bergmassief genoemd, denk ik narrig, als ik voor de zoveelste keer de weg probeer te vinden. Er is op dit gebied nog geen schooljaar hetzelfde van me gevraagd. De veranderingen buitelen over elkaar heen. De een na de andere oekaze van de regionale Weer Samen Naar School afdeling -het is me een raadsel waarom dit niet landelijk geregeld is- wordt via de Interne Begeleider pardoes op mijn bordje gegooid. Het georganiseerd wantrouwen neemt een steeds grotere vlucht. Leerlingenvolgsystemen zijn een ‘Rupsje Nooitgenoeg’ geworden. Het begon ooit eens met het vastleggen van de Citoscores, daarna moesten de resultaten van de methodetoetsen ingevoerd worden, vervolgens werden er datamuren verlangd om de gegevens van beiden te combineren. Uit de datamuren kwamen groepsplannen voort die liefdeloos in min-, basis en plus- groepen onderverdeeld hoorden te worden. Hierna leek de rust even terug te keren. Totdat iemand te binnen schoot dat met de oprukkende ouderparticipatie ouders die de ontwikkelingen van hun kind wilden volgen ook bij de gegevens van andere leerlingen konden komen. Dus dienden we alles individueel in te voeren. Niet veel later kwamen er weer nieuwe richtlijnen: voordat je ook maar iets invoert dien je eerst te evalueren op grond van dle-scores. En zo gaat het maar door…elke nieuwe richtlijn leidt tot nieuwe onvolkomenheden en elke nieuwe onvolkomenheid leidt weer tot nieuwe richtlijnen. Er zijn geen leidinggevenden die aan de rem trekken en aangezien inspraak in het onderwijs volkomen in onbruik is geraakt zit er maar weinig anders op dan je steeds opnieuw kreunend en steunend in de spelonken van ParnasSys te wagen. Waar zet ik deze notitie neer? Waar haal ik de dle-scores vandaan? Hoe vind ik mijn weg naar de handelingsprogramma’s van het vorig schooljaar? Ondertussen is het tijd geworden om ParnasSys af te sluiten, de emmers op te laten ruimen en het laatste half uur van de middag de groep die volgend schooljaar bij mij in de klas zal zitten te ontvangen. Het is een vriendelijk kennismaking. Ik vertel over het Verkeersexamen, de lessen Engels en nog zo wat nieuwe dingen in groep 7 en pak de laatste 5 minuten mijn gitaar: we gaan natuurlijk ook zingen, kondig ik aan. Dan zet ik een lied in. Halverwege het lied valt mijn oog op Sanne. Ze is zojuist uit het lokaal van groep 8 teruggekeerd en staat voor het raam van de deur met de armen over elkaar en een gezicht als een oorwurm. Sanne was dol op de zangles dit jaar en heeft al een paar keer aangekondigd dat ze dat het meest gaat missen als ze niet meer bij mij in de klas zit. Als ik klaar ben met zingen trekt ze boos de deur open en loopt stampvoetend op me af: het leek wel of je vreemd ging juf!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een reactie plaatsen: