vrijdag 19 februari 2016

Column. Maken.

Gezien de afnemende resultaten van de leerlingen op deze school zou ik alleen nog moeten lezen, spellen en rekenen. Tot ze een ons wegen en hun hoge D-scores in  lage C-scores veranderen of de lage C-scores met veel kunst en vliegwerk in hoge C-scores. Lezen, spellen, rekenen totdat deze in meerderheid op een vmbo-basis afstormende leerlingen misschien wel een hogere verwijzing in de wacht slepen. Een verwijzing naar een school waar ze vervolgens ongelukkig worden zodat ze alsnog terug keren naar een praktische opleiding teneinde een tevreden bestaan als monteur, schilder of medewerkester in de zorg te kunnen opbouwen. Rekenen, spellen, lezen, totdat ik zelf een ons weeg want door de veranderende leerling populatie en een verminderde instroom als gevolg van een dynamiek die je als school amper zelf in de hand hebt (het lot van veel openbare scholen in deze regio)zijn we gedwongen combinatieklassen te vormen. Zes directe instructies per dag aan leerlingen die leren moeilijk vinden en niet altijd even zelfstandig door kunnen werken als er geen aandacht aan ze besteed kan worden vergt veel van een leerkracht. Om maar niet te spreken over het leger strenge mee-kijkers dat de school binnenkomt alsof (of omdat) het aan de inspanning van leerkrachten ligt dat de populatie verandert en de resultaten kelderen. Maar goed…je doet nog wat meer, je probeert het over een andere boeg te gooien. Wellicht helpt dit of leidt dat tot betere resultaten. Je kijkt of er nog wat te winnen valt, wie weet…maar alleen maar lezen, spellen, rekenen?  Iedere mee-kijker die denkt dat dat zou moeten lukken omdat men over aannames en afvinklijsten beschikt  moet het maar eens komen doen met die leerlingen van mij. Daar komt bij dat ik geloof dat een school ten alle tijden een breed onderwijsaanbod moet bieden omdat  het leven uit meer dan een mooie carrière bestaat. Dus… het hoofd in de wind, de koers ferm tegen de stroom in: we gaan maken. Want zo heet dat tegenwoordig. Onder leiding van een leuk bedrijf dat zich in ‘maker education’ heeft gespecialiseerd  komen er hamers, beitels, boren, propellertjes, motortjes en batterijen de klas binnen. We gaan het afvalprobleem de wereld uit helpen. Zelf word ik altijd erg blij van maken. Er moeten hobbels worden genomen en er moet iets op jezelf veroverd worden. Een kind van tien dat zegt ‘ik kan dit niet’ brengt mij tot wanhoop. Bewaar die zin maar tot je tachtig bent. Maar de meeste leerlingen van mijn groep hoeven helemaal niet lang na te denken als ze de opdracht krijgen. De invallen en ideeën buitelen in de dagen voordat we gaan beginnen over elkaar heen, sommige hebben er zelfs een deel van de nacht over na liggen denken en komen met rode koontjes de klas binnen. Is het zover? Ja het is zover. En zo komt het dat ik samen met Joran, die nooit een tel stil kan zitten, heel rustig en heel voorzichtig de kleine schroefjes van een propeller bevestig, dat ik met Maartje en Sanne -die meestal een dagtaak hebben in het met elkaar overhoop liggen- eendrachtig  de mogelijkheden doorneem om hun afvalwagen niet alleen achteruit maar ook vooruit te laten rijden. Alleen Marcel,  plus-leerling met louter A-scores, is narrig. Hij weet niet wat hij moet doen. Als ik hem ten langen leste maar laat verven, ziet hij kans om uitgerekend op het stukje van de tafel waar geen onderlegger ligt de boel vol te kliederen. De rollen zijn omgedraaid voor Marcel. Eveneens een prachtige leerschool. Als ik om me heen kijk zie ik een betrokkenheid van bijna honderd procent. Dat haal ik nooit met lezen, spellen, rekenen.

vrijdag 5 februari 2016

Column. Gebroken neuzen.

Vanaf mijn plek op de bank in de gymzaal zie ik Luca  op de kast klimmen en zijn groepje tot stilte manen. Wacht, roept hij, ik ga iets heeeeel moeilijks doen. Zijn groepsgenootjes kijken ingespannen toe. Luca loopt naar de rand, kijkt zogenaamd angstig in de diepte en springt dan voorzichtig op de dikke mat. Hij draait zich om en roept…applaus! Er breekt een oorverdovend gejoel uit. De gymleerkracht kijkt verstoord in hun richting. Hou daar eens mee op, schreeuwt ze. Even later zijgt ze boos naast me neer. Deze jongens nemen ook niets serieus, moppert ze. Nee, dat is waar, antwoord ik, misschien moet je het wat uitdagender maken. Het is een vergeefse opmerking. Zo geschikt ze is voor de onderbouw, zo ongeschikt is ze voor de middenbouw. En dus is iedere gymles in deze groep een strijd met de leerlingen en een strijd met mij want al praten de leerlingen minutenlang dwars door haar heen, ze wordt pas boos als ik mij ten langen leste verhef en ‘sssttt’ roep. Het is echter geen optie om niet bij de les aanwezig te zijn. De situatie zou teveel uit de hand lopen. Dat geldt ook voor de grote vriendelijke reus die de godsdienstlessen verzorgt. Het geduld waar hij over beschikt in zijn lessen nadert het onwaarschijnlijke. Niet een keer schiet hij uit zijn slof. Terwijl daar alle reden voor is. Zelfs de meest inschikkelijke meisjes ontpoppen zich in zijn les tot drakerige heksjes die rellerig en met rode koontjes dwars door alle Bijbelverhalen heen kwekken en luidkeels gewag maken van alle Whattsapp berichtjes die op hun telefoon binnenkomen. De jongentjes deinzen er regelmatig niet voor terug om de achtervolging in te zetten terwijl de vriendelijke reus met zijn pen op het whiteboard tikt om het volgende plaatje te laten zien van Daniël in de Leeuwenkuil. Toch lijkt hij pas een probleem te hebben als ik het niet langer aan kan horen en het lokaal binnenstap. Als ze jonger zouden zijn dan zouden ze geen aanstelling meer krijgen. Hun neus zou gewoon gebroken moeten worden wil het dezelfde kant op leren staan als de andere neuzen. Want het nieuwe adagium is: doen-wat-werkt. In teamverband wel te verstaan. Leren van elkaar door op bezoek te gaan bij elkaar in de klas. Ter wille van de doorgaande lijn en een mooi rijtje neuzen. En toch…en toch…en toch…de kans is groot dat we met deze moderne zienswijze niet alleen het badwater maar ook het kind weggooien. Mijn beste herinneringen heb ik aan leraren die buiten de kaders vielen: de lerares Geschiedenis die nooit een leerboek opensloeg en zich voornamelijk op zat te winden over de inbraak in het Watergategebouw en de teloorgang van de democratie. Ik heb er een levenslange fascinatie voor president Nixon aan overgehouden. Of de leraar Nederlands die zich zichtbaar aan al het contact met zijn collega’s onttrok maar die wel met veel passie de deur voor mij opende naar de boeken van Couperus en de gedichten van de vijftigers. Of de leraar muziek…een onmogelijke man voor collega’s en studenten maar een geweldig koorleider. Ik weet zeker dat veel  ex-leerlingen van mijn collega Kees ook warme herinneringen aan hem hebben. Hij stelde zich maar zelden coöperatief op in het team maar nam wel zijn leerlingen op eigen kosten mee naar het Concertgebouw. En ook collega Koen, die helemaal opleefde als hij het lokaal kon verlaten om zijn leerlingen mee te nemen naar het bos wordt ongetwijfeld gemist. Juist eigenzinnige docenten kunnen leerlingen iets unieks meegeven. Ook zij doen-wat-werkt.