dinsdag 2 februari 2021

Column. Schuimpjes.

December, de drukste, leukste en onmogelijkste maand op school. Dit keer is het ook de  laatste decembermaand in mijn loopbaan. Ik had het me anders voorgesteld. Ik rekende op een lichte melancholie, alsook hier en daar wat treurigheid over dat wat voorbij gaat, misschien zou ik me zelfs opgelucht voelen. Maar anno 2020 er is niets om bij stil te staan, laat staan om over te treuren. Even zie ik hem voorbij schieten, de goedheiligman. Even hoor ik hem spreken, een flard in de verte, meer niet. Het is vast mijn hoge ouderdom maar ik mis de warme basstemmen van weleer, nu piepen er al jaren hoge tenorstemmen door de hal. Tenminste.. als er al gepiept wordt want sommige sinterklazen zeggen niets. Het lijkt of bij sommige mannen alle vastberadenheid om Sinterklaas te spelen als sneeuw voor de zon verdwijnt zo gauw ze zich in een jurk hijsen en al die opgewonden kindersmoeltjes zien. Ze kijken alleen nog maar wezenloos om zich heen. Met een beetje mazzel zeggen de pieten wel wat. Want dat kan ook zo maar gebeuren: dat ze daar maar zitten met z’n allen op dat podium en het hele feest in een zinkgat van niet waargemaakte verwachtingen wegglijdt. Dit jaar heb ik vanuit mijn werkplek in het kamertje geen idee hoe het gaat. Om die reden pik ik vreugdeloos alle schuimpjes uit het snoepgoed dat is achtergebleven. Kerst verloopt nog ziellozer. Ik hou erg van kerst op school. Tjonge wat heb ik al die jaren een onderwijstijd lopen verspillen in de aanloop naar dat feest. Tijd die besteed werd aan het optuigen van wanstaltige kerstbomen, het ophangen van vele lampjes, het vervaardigen van talloze kerststerren aan het plafond die vervolgens dagenlang venijnig in je gezicht prikten en het meebrullen met larmoyante Amerikaanse kerstliedjes van minimaal 30 jaar geleden. Knutseltafels tot ver in de hal, lijmpistolen in iedere hoek, volgeplakte ramen. En ja ..natuurlijk ook zo’n knetterend haardvuur op het Digibord. Dit jaar is er niets van dit alles. Vanwege de haast waarmee het feest door de dreigende schoolsluiting naar voren gehaald moet worden zie ik vanuit de verte alleen wat gehaaste collega’s met winkelwagentjes vol etenswaren voorbij snellen. Verder zit ik maar wat voor me uit te staren omdat mijn collega’s vanzelfsprekend in alle hectiek vergeten zijn hun leerlingen naar me toe te sturen. AndrĂ© Hazes zou hier nu heel gepast klinken. Dat was het. Klaar. Punt. Op naar de serieuze maanden  januari, februari en maart. Op naar weken vol saai afstandsonderwijs, weken die naadloos over zullen gaan in nog saaiere maanden vol toetsen en administratie. Allemaal zaken die op een school ook moeten gebeuren maar waar ik geen traan om zal laten als ik straks weg ben.