vrijdag 2 december 2016

Column. Onvermogen.

Ok. Sorry dan! Vanessa doet impulsief een stap naar voren en slaat de armen om Mirthe heen. Mirthe verandert acuut in een lappenpop en laat zich de knuffel, met haar armen strak langs haar lijf,  met moeite welgevallen. Ze kijkt me bozig en ietwat verward aan. Ze is er nog niet aan toe om het goed te maken. Vanessa maakt het niet uit dat Mirthe wat onwillig aanvoelt. Het is weer goed wat haar betreft en daarmee uit. Voor mij komt deze afloop ook tamelijk onverwacht. Even daarvoor heb ik alles uit de kast moeten halen om de verwikkelingen rond hun slaande ruzie te doorgronden. Ik had bepaald niet het idee dat ik een geslaagde interventie aan het plegen was. Zoals zo vaak bij meidenruzies was de aanleiding diffuus, de escalatie groot en de oplossingsbereidheid minimaal.  Vanessa  loopt opgelucht van ons weg.  Mirthe loopt aarzelend de andere kant op. Wat te doen als je plotseling geen tegenstander meer hebt? Het duurt even tot het tot me doordringt dat het ook dit keer Vanessa’s onvermogen om sociale processen te doorgronden is die tot deze plotselinge overgave heeft geleid. Mijn aanpak werkte averechts. Ik deed het licht niet aan maar maakte haar verwarring groter. Dan maar een dikke pakkerd en een snelle verdwijning. Meestal gaat het juist andersom. Dan is er met haar geen land te bezeilen  als ze zich beledigd  of afgewezen voelt. Dan volgen er langdurige wraakacties. Het is naar om te zien hoe haar van nature vriendelijke gezicht van het een op het andere moment verandert. Haar lippen versmallen zich tot spleetjes, in haar ogen verschijnt een donkere borende  blik en al haar energie richt zich vanaf dat moment op het houden van een strafexercitie. Overal waar  de vermeende daders zijn, duikt Vanessa ook op. Op een afstandje weliswaar maar hinderlijk in het blikveld. Dreigend aanwezig en iets duisters uitstralend. Wacht maar hoor, wacht maar! Waarom mag  ze dan ook niet meedoen, vraag ik het ene moment aan haar klasgenootjes als de klachten over dit hinderlijke gedrag binnen stromen. Vanessa,  ga daar eens weg, dirigeer ik een ander moment volkomen inconsequent. Want ook ik worstel met het onvermogen van Vanessa. De meest moeizame relatie heeft Vanessa  met Mirthe. Vanessa aanbidt Mirthe. Ze wil niets liever dan bevriend met haar zijn. Mirthe kan die luxe niet altijd even goed aan. Dat is ook wel wat veel gevraagd van een achtjarige. Aan de ene kant vindt ze het wel eervol en interessant dat iemand haar zo geweldig vindt, aan de andere kant irriteert het haar en roept ze de ellende onbedoeld over zichzelf af. Op een dag zitten ze zusterlijk naast elkaar achter de computer met een opdracht om in Word een kort verhaaltje over zichzelf te schrijven. Vanessa vindt alles geweldig wat Mirthe doet. Ze praat net even te hard en laat zich om de haverklap hikkend van de lach tegen Mirthe aanvallen. Mirthe duwt haar regelmatig wat geĆ«rgerd van zich af. Dan zie ik dat de lichaamshouding van Vanessa verandert. Eerst vraagt ze vriendelijk of zij ook een stukje mag tikken, dan begint ze te duwen en even daarna mept ze er vinnig op los met haar ellenboog. Als ik op het computerscherm kijk, begrijp ik waarom. Mirthe schrijft over haar vriendinnen. Ze heeft er veel. Vanessa staat er niet tussen. Ben je echt verbaasd over de boosheid van Vanessa vraag ik. Huh? Mirthe wendt onbegrip voor. Kom op, dring ik aan. Ben je echt verbaasd waarom ze zo boos is? Mirthe zucht. Het is gewoon waar, probeert ze nog. Maar daarom hoef je het toch niet op te schrijven, zo pal voor haar neus? Nee juf, zegt  ze zachtjes. Sorry hoor. Vanessa slaat opnieuw haar armen om Mirthe heen. Kom hier. Het is niet erg hoor. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een reactie plaatsen: