vrijdag 30 september 2016

Column. Extrinsiek.

Het rukt op. Het ene bestuur gaat weliswaar voortvarender te werk dan het andere bestuur maar overal zijn de tekenen zichtbaar: de intrinsieke motivatie waar onze beroepsgroep om bekend staat, wordt langzaam maar zeker om zeep geholpen. Het ‘reguleren van de werkdruk’ in de laatste cao’s heeft een ontmoedigend effect op de motivatie en arbeidslol van veel collega’s. De teloorgang van de ADV, de inkrimping van de bapo, de inperking van vakanties, het eindeloos tellen van de te werken uren en de uit te voeren taken, het dooft de spirit. Het maakt arbeidsslaven van enthousiaste onderwijsmensen. Het is op papier misschien goed geregeld maar al die lijstjes, afspraken en voorschriften over de inzet in tijd en ruimte voegen tot dusver geen meerwaarde toe. Dat ligt denk ik aan de redenen die ten grondslag liggen aan al deze veranderingen. Die zijn overwegend negatief van aard. Ze komen voort uit rancune over de lange vakanties en de zogenaamd korte werkdagen, uit wantrouwen over de inzet en de taakbelasting van het personeel,  uit onderling gekissebis van leraren over wie er allemaal de kantjes vanaf lopen en aangepakt moeten kunnen worden. Het is wraak, bedilzucht, wantrouwen, veelal gestoeld op subjectieve waarnemingen en oordelen. Iets wat op zulke giftige grond gebouwd is kan nooit tot iets moois uitgroeien. Wie schiet hier nou eigenlijk wat mee op? Alles wat je als leraar uit je zelf al deed, wordt nu van je geëist. Degenen die er de ‘kantjes van aflopen’, balanceren vrolijk door.  Je kunt dan wel verplicht worden om tot kwart over vijf op school te blijven maar wie garandeert of je in die tijd ook iets zinvols doet. Misschien zit zo’n kantjesloper wel gewoon met collega’s te kletsen of surft hij of zij wat lusteloos over het internet . Je kunt verplicht worden meer taken op je te nemen maar er is een heel scala aan mogelijkheden om niet tot resultaten te komen: ik snap het niet, ik ben het vergeten. Het komt er aan. Geen tijd gehad. Je kunt heel hard roepen dat het met al deze maatregelen hier om de professionalisering van de onderwijssector gaat maar daarmee wordt het nog niet waar. Directeuren hadden allang mogelijkheden om de uren die leraren moeten maken eerlijk te verdelen middels functioneringsgesprekken en personeelsbeoordelingen. Het netto effect van deze besprekingen was echter vaak niet meer dan het invullen een kruisjeslijst  en een verspild uurtje van je leven. Misschien is het in dit vak wel zo goed als onmogelijk om de zaken gelijk te trekken op dit gebied. Er zijn immers efficiënte collega’s en minder efficiënte collega’s. Er zijn alleenstaande collega’s met een overdosis aan enthousiasme voor hun vak en collega’s met drie jonge kinderen en een zieke schoonmoeder thuis. Het is volkomen onduidelijk waarom met al die maatregelen de goeden nu onder de vermeend slechten moeten lijden. Maar het is wel een teken van deze tijd. Een tijd die gekenmerkt wordt door achterdocht en chagrijn. Gaat collega Mirthe nu al naar huis, o jee weet de directeur dat wel, even melden maar.  Heeft Thomas zijn schriften wel nagekeken. Wordt het nog wat met de Kerstcommissie? Nee, ik doe dat niet want ik zit al aan mijn taks. Hoeveel uur moet ik nog maken? Mag ik deze uren aftrekken?  Tellen, controleren, afrekenen, aan de orde stellen, aanpakken, ter discussie stellen, nieuwe regels opstellen, borgen,borgen,borgen. Dat is geen professionalisering. Dat is gezeur.  Ik dacht altijd dat het met de bemoeizucht in het onderwijs wel los zou lopen zolang ik op geregelde tijden de deur van mijn lokaal achter me dicht kon trekken en al dat energielekkende gezanik achter me kon laten. Maar het is te laat. Het heeft me ingehaald. Ook in deze column.

2 opmerkingen:

Een reactie plaatsen: