zaterdag 31 oktober 2015

Column. Maartje

Ze zitten doodstil, de hele Klokhuisaflevering lang. Je kunt werkelijk een speld horen vallen. Vooral het filmpje over een zwaar gepeste jongen waar een mooi droevig lied bij klinkt, hakt er in. Er wordt geslikt en hier en daar biggelt een traan. Naar hè, hoor ik Sanne fluisteren tegen haar buurvrouw. Megan knikt maar houdt haar ogen strak op het scherm gericht. Heel stil pakken de leerlinggen even later hun eten en drinken. Zo dat was niet mis zeg. Tjonge. Even zo goed hoor ik nog geen half uur later -als ze na de pauze de klas in komen- een zin luid boven het rumoer uitklinken: hee Thomas, heb je lekker zitten tongen met Maartje? Er klinkt een bulderend gelach. Net als ik op het groepje jongens af wil stappen om orde op zaken te stellen, komt Maartje zelf binnen. Ze wordt ondersteund door twee meisjes en snikt onbedaarlijk. Achter haar aan komen twee andere meisjes de klas binnen. Ze kijken bedrukt naar Maartje en haar hulpverleners. Er heeft zich duidelijk opnieuw een akkefietje tussen hen afgespeeld. Het verbaast me want gisteren om deze tijd kwam Maartje ook al snikkend binnen en was het precies andersom: de ondersteuners van nu zijn de aangeklaagden van gisteren. Er is vaak iets te doen rond Maartje. Zelf weet ze een ding zeker over al die gebeurtenissen: ze wordt gepest. Ze is slachtoffer. Haar moeder onderschrijft deze visie en is meestal net zo van slag als haar dochter. Ze trekken eendrachtig op in hun kijk op de werkelijkheid. Toch ligt het vaak wat complexer. Ja, Maartje wordt wel eens buitengesloten. Bij samenwerkingsopdrachten wordt ze alleen gevraagd als ik zeg dat de samenwerking alleen doorgaat als iedereen een plekje vindt. Bij gymlessen onderdrukken sommige leerlingen maar met moeite een zucht als zij zich bij hun groepje voegt. Het punt is dat er echt wel reden is om Maartje er niet bij te willen hebben: ze past zich namelijk niet aan. Ze doet alles op haar eigen onnavolgbare wijze. Het ene klasgenootje heeft meer geduld met dit gedrag dan de ander maar voor elk meisje -het zijn er maar zeven in deze groep-komt een moment waarop ze geïrriteerd raken. Zoveel verantwoordelijkheid om geduldig met dit gedrag om te gaan kunnen ze niet aan. En dus span ik mij in Maartje steeds weer opnieuw duidelijk te maken hoe ze zich coöperatiever zou kunnen opstellen. Hoe ze al die problemen voor kan zijn. Waar ze aan vast mag houden en waar ze inschikkelijk kan zijn. Het is vaak tevergeefs. Ondanks allerlei vaardigheidstrainingen- ook buiten school- blijft ze zichzelf als slachtoffer zien. Als ze haar zin niet krijgt, denkt ze onmiddellijk dat ze gepest wordt. Dan stiefelt ze boos weg, slaat met de deuren of snikt zo onophoudelijk to een van de meisjes het doodzielig vindt, haar opzoekt, troost en van de weeromstuit maar mee klaagt over die andere kinderen. Als geen van de meisjes komt troosten, wacht ze tot ze haar moeder ziet en gooit zich snikkend in haar armen. Er is weer iemand schuldig. Iemand heeft wat gedaan of wat nagelaten en vanwege de vele irritaties die ze op deze wijze opwekt is dat regelmatig ook echt waar. Het is een verdrietige en moedeloos makende vicieuze cirkel. Tijdens de Kinderboekenweek doen Tim, Sam en Sean een geweldig leuk proefje in de klas. De volgende ochtend komt Maartje met een volle tas naar binnen. Ze wil ook een proefje voordoen. Met stijgende verbazing zien we dat ze precies hetzelfde proefje doet. Als Tim op wil springen leg ik mijn vinger tegen mijn mond. Hij houdt zich in. Laten we het maar negeren, leg ik uit als Maartje haar spullen de klas uitdraagt, misschien helpt dat. Tim knikt. In zijn ogen staat verbijstering te lezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een reactie plaatsen: