zondag 7 september 2014

Grieven

Het kan wel eens een tijd goed gaan, soms ook wel een hele tijd, maar vroeg of laat krijgt iedere school er weer mee te maken: een groepje chronisch ontevreden ouders. Ze staan bij het hek, in de hal, op het fietspad. Ze schijnen altijd tijd te hebben, tijd en grieven. Die grieven kunnen het gedrag van een leerkracht betreffen of een geconstateerde omissie in het beleid: aan zus of zo wordt nooit wat gedaan, dit of dat wordt nooit gezien. Het is vaak willekeurig. Iemand uit deze groep benoemt iets en voor je als school goed en wel weet wat er gebeurt, groeit het vermeende onrecht tot grote proporties uit. Soms loopt er een lid van deze groep in een boze opwelling het kantoor van de directie binnen. Dan ligt daar ineens een levensgroot verwijt. Een klacht die op deze wijze een directeur bereikt is al in de explosieve fase. De betrokkenen hebben hun stellingen betrokken. Je kunt je als school alleen nog maar verdedigen. Vaak zonder een bevredigend resultaat. Hebben ze dan nooit een punt? Natuurlijk wel. Geen school is volmaakt. Er is overal wel iets dat beter kan. Er zijn ook kinderen die echt ongelukkig zijn in een bepaalde klas en die gebaat kunnen zijn bij constructieve overwegingen om de school te verlaten. Maar de gesprekken hierover kunnen nooit aan het hek plaatsvinden. Dat is domweg fout. Het is vooral de wijze waarop deze ouders hun grieven onder de aandacht brengen die frustreert. Er is vaak geen dialoog. Er is echter een ding die ouders die op deze wijze terecht dan wel onterecht ten strijde trekken nooit goed van te voren overwegen: wat hun gedrag betekent voor hun kinderen. Want voor die kinderen is al deze strijd toch bedoeld. Die zouden daar beter van moeten worden. Het tegendeel is vaak het geval. Kinderen wiens moeder of -in een enkel geval- vader bij het hek of in de hal staat te oreren raken vaak in een emotionele spagaat. Ieder kind gaat daar weer anders mee om. De een wordt er doodongelukkig van, de ander vindt het doodvermoeiend om na schooltijd lang te wachten omdat moeder maar niet uitgepraat raakt over de juf, de kwestie, het onderhavige. De volgende maakt misbruik van de situatie door moeder van nieuwe informatie te voorzien waarvan hij of zij haarfijn weet dat het de onmiddellijke aandacht van haar oplevert. Hoe je het ook wendt of keert, dit is schadelijk voor kinderen. Het maakt dat er een breuklijn door gezagsverhoudingen loopt die kinderen in de war brengt, ongelukkig maakt, tot slinkse praktijken kan dwingen en hen bovenal leert dat men iedere brand met benzine hoort te blussen. Er is scholen veel aan gelegen om deze ellende te stoppen. Ze worden steeds laagdrempeliger en veel leerkrachten en directeuren praten zich de blaren van de tong. Er worden cursussen gevolgd om een beter antwoord te hebben op klachten. Steeds weer wordt er gepoogd om de dialoog aan te gaan, de klachten weg te nemen, iedereen tegemoet te komen. In het belang van de kinderen, de sfeer en het leerlingenaantal. Maar onderhand wordt het tijd om te overwegen of er geen gedragsprotocol voor ouders opgesteld zou moeten worden. Niet elk gedrag is te tolereren in het kader van bovenstaande principes en uitgangspunten. Elk conflict met ouders dat vanuit zwakte – er komt misschien een echte klacht, het gaat misschien leerlingen kosten- beslecht wordt heeft de ingrediĆ«nten van een volgend conflict al in zich. Een gedragsprotocol moet in ieder geval de regels bevatten dat een verschil van inzicht tussen ouders en school nooit in het bijzijn van kinderen besproken wordt en dat een ieder zich in dient te spannen om het op te lossen. Ouders die zich niet aan deze regels houden worden verzocht een andere school te zoeken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een reactie plaatsen: