maandag 4 november 2013

Gedoe

Het leek zo’n goed idee. Toch pakte het totaal verkeerd uit. Ik had onderschat hoe ongelijk de vriendschap tussen Tara en Denise was. Tara is slechtziend. Denise helpt haar met alles: met het zoeken van haar boeken, haar pennen, haar schriften. Ze wijst de juiste bladzijden aan in het boek en schiet te hulp als er iets van de tafel van Tara valt. Er valt om de haverklap iets van de tafel van Tara dus Denise heeft er een dagtaak aan. Ook in de gymzaal blijft ze in de buurt van Tara om alle obstakels te benoemen: pas op een bank, pas op een mat! Denk eraan, er loopt hier een scheidslijn, daar mag je niet over! Denise doet dit graag. Ze vindt het leuk en ook wel een beetje belangrijk. Ze neemt haar taak heel serieus. Op een dag regelde ik dat Tara zangeres van de schoolband zou worden. Tara kan goed zingen en het leek me goed voor haar zelfvertrouwen. Ik had niet aan Denise gedacht. Dat was niet slim. Naast lief en zorgzaam is Denise ook impulsief en snel van slag. Zij wilde ineens ook zangeres van de schoolband worden of desnoods drummer. Ja zelfs een triangel zou al genoeg zijn, als ze maar mee kon doen. En, zo fulmineerde ze terwijl ze met een rood hoofd voor mijn bureau stond, had Tara soms geen hulp nodig met het lezen van de teksten en het vinden van de microfoon? Het podium is hoog hoor juf, voor je het weet valt ze eraf! Ik knikte, ik begreep haar teleurstelling wel. Maar voor ik ook maar een oplossing gevonden had, bleek de geest uit de fles. Er rees een tegenstander van formaat op: Tara. Ja, zo was er dus niks meer aan hè? Denise hoefde toch niet overal bij. Ze was haar kindermeisje niet. Die schoolband was van haar en als Denise daar ook bij kwam hoefde het niet meer van haar. Punt. Mokkend schoof Tara haar tafel van die van Denise weg. Ze kon de hulp van Denise missen als kiespijn, beet ze Denise toe. Denise bedacht zich geen tel en keerde haar rug naar haar toe. Vanaf dat moment vielen er boeken, pennen en schriften op de grond die daar bleven liggen. Niemand bleek de alertheid en de behulpzaamheid van Denise te kunnen evenaren. Ik ook niet. Regelmatig zag ik Tara tasten naar haar rekenboek of over de vloer kruipen op zoek naar haar pen. Denise keek niet op of om. Als ze het per ongeluk zag snoof ze diep. Dat had Tara er nu van. Buiten schooltijd ging de strijd onverdroten verder. Op het dieptepunt van de verwikkelingen stormde er een moeder van een kleuter mijn klas binnen met een luizentas in haar hand. De tas was over de reling naar beneden gesmeten en had haar kind op een haar na geraakt. Als ik de tas van haar overneem zie ik het naamkaartje van Denise er aan bungelen. Ik loop naar Tara. Heb jij die tas over de reling gesmeten, vraag ik. Tara kijkt me verbolgen aan: u weet toch dat ik boos ben op Denise, antwoordt ze. En dan doe je zulke gevaarlijke dingen? Tara haalt haar schouders op. Blijf maar binnen in de pauze, zeg ik boos. Na een uur komt Tara bij me. Ik wil het eigenlijk wel goed maken. Maar ik niet, ik niet, roept Denise door de klas. Jullie hebben vandaag nog om het in orde te maken, gebied ik narrig. Daarna werk ik aan geen enkele oplossing meer mee. Het is even stil. Dan knikt Denise. De dametjes verdwijnen naar de gang. Als ik na een kwartiertje poolshoogte kom nemen liggen ze gierend van de lach over de tafel. Naar binnen, gebaar ik. Maar we zijn nog niet klaar. O jawel, antwoord ik grimmig. O jawel.