maandag 27 mei 2013

Circus

De ‘war on teachers’ woedt in de Verenigde Staten onverminderd voort. Het hijgerig verzamelen van zoveel mogelijk data vergiftigt het onderwijsklimaat nu al zeven jaar op rij. En het wordt erger. De een na de andere ‘public’ school wordt gesloten, steeds meer kinderen worden met bussen naar scholen vervoerd die op hun beurt ook weer elk moment gesloten kunnen worden. Een testresultaat dat een half procentje onder de norm uitkomt kan al voldoende reden zijn om een goed functionerende directeur te vervangen. Rücksichtsloos, in naam van de vooruitgang, het bedrijfsleven en de toekomst. Een onderwijs CEO uit Indiana vertelt: dit {schoolgebouw} is een bedrijf. Mensen verdienen hier hun inkomen. Als die mensen het goed doen moeten ze meer zaken krijgen, als ze het slecht doen moeten ze eruit! We moeten beter en beter worden. Daarom moeten we testen en testen, dit is de juiste weg! Vooral die juiste weg zegt veel over het welhaast sektarische denken dat in de VS in het onderwijs heeft postgevat. Deze destructieve mix van nieuwe zakelijkheid en vermeend idealisme knakt de een na de andere collega aan de andere kant van de oceaan. Op ‘Teachers Appreciation Day’ schrijft Angie Sullivan: ik huil. Ik huil omdat mijn beroep kapot gemaakt is en dat er niets van waarde voor kinderen voor in de plaats komt. Ik weet niet wanneer de heksenjacht op de slechte leerkracht is begonnen maar ik weet wel dat het een kwelling is geworden voor iedereen. Ook weet ik niet waarom het een sport geworden is om lesgevende vrouwen zo diep te kwetsen en waar de overtuiging vandaan komt dat testen hetzelfde zou zijn als lesgeven. Zou er misschien eens iemand iets kunnen vragen aan de leerkrachten zelf? Aan de vakbonden? Laten de besturen voor de verandering eens leiders met een onderwijskundige achtergrond inhuren in plaats van zakenmensen met een hekel aan vakbonden. Mark Naison, professor aan de Fordham universiteit is grimmiger: I will not forget or forgive those who destroy what i love, schrijft hij. De vrijheid die Naison decennia terug ervoer in zijn lespraktijk is totaal verloren gegaan. Wat er voor in de plaats is gekomen is zijn ‘outcome assessments’ en ‘scripted learning’, uitgevoerd door laagbetaalde docenten zonder baangarantie. ‘Creative teaching is impossible in most American public schools’, besluit hij moedeloos. Op het blog van Diane Ravitch, waar ik al deze informatie gevonden heb, klinkt de een na de andere hartenkreet op. Assessing ourselves to death! Save this profession before it is too late! Do I work for students or data? You must not internalize the blame. Now is the time for non-cooperation. Will my school die? Testing frenzy continues unabated. I hate what is happening to our schools. We cannot measure what we treasure. Het meest idiote verhaal over de testgekte komt van de hand van een ouder die vertelt dat haar zoon in het ziekenhuis klaar lag om geopereerd te worden aan zijn hoofd toen er een leerkracht, die in dienst was van het ziekenhuis, op bezoek kwam met formulieren in haar hand. Het was tijd voor zijn volgende test, meldde ze opgewekt. Het kan dan ook niet anders of leerkrachten verlaten en masse het onderwijs. Ook als dat betekent dat ze geen inkomen meer hebben. Een onderwijzeres schrijft: ik heb besloten het onderwijs te verlaten. Ik heb altijd graag lesgegeven maar het is voorbij. De enorme hoeveelheid papierwerk, het gebrek aan steun en financiële middelen van zowel het bestuur als van de regering wordt elk jaar groter. Maybe i will go back to the classroom one day, but for now i sorely need a break from the circus education has become. Gelukkig zijn er ook krachten die de testmachinerie kunnen stoppen. De Angry Moms of Texas slaagden erin. Diane Ravitch hoopt op veel Angry Moms. Yes you can, roept ze strijdvaardig.

maandag 13 mei 2013

Korte lontjes

Tussen het lokaal van groep 6 en 7 zit een tussenhok. Een oase van rust voor leerlingen die graag alleen werken of die een repetitie moeten inhalen. Dit jaar is het ook een toevluchtsoord voor jongetjes met korte lontjes. Ze zijn al naar binnen gestormd voor ik door heb dat er tijdens de pauze iets mis is gegaan. Waar is Daan? In het hok, juf. Waarom? Hij heeft verloren met voetbal. Aha, is dat het hele verhaal? Nee, een aantal van ons vond het nogal leuk dat hij verloor. En wat deden ze toen? Een liedje zingen. Geen leuk liedje zeker? Nee, geen leuk liedje, zal ik hem voor u uit het hok halen? Welnee, hij komt er vanzelf een keer uit. Het kortste lontje is dat van Milan. Een klein beroep op zijn verantwoordelijkheid, een terechte vraag over iets wat hij nagelaten heeft en alles aan het kleine mannetje explodeert met grote kracht. Hier vliegt een stoel opzij, daar wordt een in de weg liggend been geraakt en hup...daar schuift de deur met een zwiep over de geleiders en verdwijnt hij het hok in. Zijn medeleerlingen zijn er zo aan gewend geraakt dat ze vaak niet eens meer op of om kijken. Was dat Milan? Ja juf. Wat gebeurde er dan? O niks, iets met een pen die hij niet kon vinden. Als ik na een paar minuten de deur open schuif zit daar een doodongelukkig jongetje. Wat was dat nou? Ik kan er niets aan doen juf. Het gebeurt gewoon. Ook Jason voelt zich snel tekort gedaan. Dat slaat nergens op want hij bevindt zich meestal in het centrum van de macht. Hij heerst met straffe hand en bepaalt doorgaans de regels van elk zelfbedacht vechtspel. De belangrijkste regel die hij heeft ingesteld luidt: dat wat mij is toegestaan is daarom een ander nog niet vergund. Dreunen uitdelen is prima - geintje juf – dreunen ontvangen een misdaad van formaat. De tranen knallen uit zijn ogen als hij met zijn worstelaarspas op mij af komt lopen op het plein. Ik doe hem wat hoor, ik doe die Marcel wat! De vermeende dader heeft geen idee heeft wat er fout gegaan is en komt wat schuchter op me af lopen als ik hem roep. Je gooit me keihard op de grond, briest Jason, je speelt het spel gewoon veel te hard! Marcel heft zijn armen verbaasd in de lucht en zegt met ongeloof in zijn stem: ik doe precies hetzelfde als jij doet! Niet waar, ik doe het niet zo hard, schreeuwt Jason. Achter hem klinkt hoongelach. Jason heeft op school maar een meerdere als het op bullebakken aankomt: Derrik. Deze leerling uit groep 8 is net even groter en sterker dan hij. Hij kent Jasons zwakke punten als geen ander en komt als een duiveltje uit een doosje geschoten als Jason zich van zijn allerkleinste kant laat zien. En dus schakelt Jason zijn moeder in. ’s Middags komt ze al mee naar school om de ‘boel op het plein in de gaten te houden’. Het is geen onredelijke vrouw, ze is echt in de veronderstelling dat Jason bang is voor Derrik. De schrik staat haar in de ogen als ze verhaalt over de angst van haar zoon. Jason speelt zijn rol kennelijk goed. Maar ook Derrik is niet voor de poes op dit gebied: hij neemt zijn vader mee. De grote gemeenschappelijke deler bij alle jongetjes met korte lontjes is waarschijnlijk gelegen in de onvoorwaardelijkheid waarmee ze hun ouders kunnen mobiliseren als het even niet helemaal loopt zoals ze willen. Als de rust is weergekeerd en ik mijn klas binnenloop zie ik nog net de schuifdeur van het tussenhok dichtgaan. Wie is het deze keer, vraag ik terwijl ik rustig achter mijn bureau ga zitten. De leerlingen kijken zoekend om zich heen. Tja….