woensdag 30 maart 2011

Zweep of dialoog.

De deurbel.De I-Pod. MSN en mijn vriendin.Rutger schudt de oorzaken van zijn povere werkhouding zo uit zijn mouw. Op zijn digitale portfolio, die rijkelijk gevuld hoort te zijn met de resultaten van een half jaar pabo onderwijs, staat alleen een Curriculum Vitae en nu is hij bij het assessment door de mand gevallen.  Met zijn zelfinzicht heeft hij een voorsprong op zijn buurman Peter die zijn eveneens schamele verrichtingen verklaart door te wijzen op de volgens hem onvindbare aanwijzingen over de inhoud van zijn portfolio. Waarom hebben jullie die onder het kopje ‘instrumenten’ verstopt, vraagt hij schalks. Zijn medestudenten, een adembenemend grote groep slecht presterende eerstejaars, schieten in de lach. Mijn collega schrijft de klacht netjes op. Net zoals hij even daarvoor de klacht opgeschreven heeft dat sommige vakdocenten de gewoonte hebben pas op het laatst aan te geven wat studenten allemaal op het portfolio moeten plaatsen. Wij hebben op deze pabo in onze beginselen staan dat wij een dialoog pabo zijn. Wij ‘nemen het mee’, vergaderen wij erover, passen ons beleid aan. Wij verhevigen onze inspanningen naarmate de inspanningen aan de andere kant afnemen of teleurstellen. Het is het lot van elke onderwijzer en van  elke docent. Per slot weten we niet zeker of de hersenpannen  van al onze eerstejaars al dit zelfstandige leren wel aan kunnen. Zelfs deskundigen twijfelen daaraan. Het gaat ons ook aan het hart dat een derde deel van onze eerstejaarsstudenten, ondanks al onze aanwijzingen, individuele hulp en stappenplannen, weinig terechtbrengen van hun assessments. Ingeklemd tussen de strenge regieaanwijzingen van boven en de onmacht of de onwil van beneden hebben we besloten deze studenten te hulp te schieten. We gaan ze leren plannen. Opdat ze hun achterstanden inhalen en aan de vereisten van het tweede semester kunnen voldoen. Een schier onmogelijke klus in sommige gevallen. Ook Sanne kan goed aangeven hoe het komt dat zij er tot nu toe niets van terecht gebracht heeft: ze is te rommelig. Op haar gezicht verschijnt een grote grijns als zij beschrijft hoe haar kamer eruit ziet. Stapeltje hier, stapeltje daar. Het heeft dus geen zin om haar allemaal stencils te geven met aanwijzingen, betoogt ze, ze raakt ze toch kwijt. Tracy betwijfelt of ze het ooit zal leren al haar werk af te krijgen. Ze heeft er namelijk helemaal geen tijd voor. Ze staat om zes uur op om de bus te halen en als ze dan om vier uur thuis is dan heeft ze echt geen zin meer om nog iets te doen. Te moe. En in het weekeind dan? Nee, dan werkt ze achter de kassa en daarna gaat ze uit. Zondag?  Ja, hallo, als je pas om vijf uur ’s ochtends thuis gekomen bent? Delano zou graag een stok achter de deur hebben. Hij schuift alles veel te veel voor zich uit, zegt hij. Zouden jullie me niet meer achter de broek kunnen zitten? Hij kijkt er bijna smekend bij. Mijn collega heeft zijn pen neergelegd. Ook ik ben recht overeind gaan zitten. Achter de broek aanzitten? Nee, daar kunnen we geen dialoog over aangaan, zo hebben de aartsvaders van het nieuwe leren het niet bedoeld. En we kunnen ook geen kamers opruimen of jullie op zondag op tijd uit bed bellen. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden. Achter de kassa of een opleiding. Feestvieren of een baan. De I-Pod of het digitale portfolio. Als ik de pabo verlaat bedenk ik me dat ikzelf ook een keuze moet maken. Een keuze tussen de dialoog of de zweep.

(Het Onderwijsblad 2008).