tag:blogger.com,1999:blog-27796260619432571522024-02-08T02:56:30.925-08:00LachesisInge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.comBlogger154125tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-68870349465787453672021-06-29T05:25:00.001-07:002021-06-29T11:03:57.436-07:00Column. Aftocht.<p><span face="Calibri, sans-serif" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-size: 11pt;">Ik ben geen dag ouder dan 40 vind ik. Helaas zie ik er niet zo uit. Het komt wel eens voor dat er iemand voor me zit die denkt dat ik mijn buitenkant ben. Dan zit er niets anders op dan ze de aftocht te laten blazen. Zo kondigde een interim intern begeleider, in de tijd dat ik nog fijn een eigen klas had, eens op besliste toon aan dat ze op klassenbezoek kwam. Waarom, vroeg ik, wat kom je zoal begeleiden? Nou Lenny, sprak ze vriendelijk, ik kom gewoon om je te helpen en zo. Nou wil het geval dat ik geen Lenny heet. Ook niet in de verte. Dus, antwoordde ik, als ik het goed begrijp, weet je niet hoe ik heet, wie ik ben, wat ik kan, wat ik wil maar ga je wel van alles begeleiden. Ja inderdaad, antwoordde ze luchtig, en ik dacht trouwens echt dat je Lenny heette hoor! Ze keek daarbij alsof het mijn schuld was dat dat niet zo was. Ik sta er eigenlijk nooit bij stil dat ik voor bejaard doorga in de ogen van mijn jonge collega’s en bazen. Steeds als er een nieuwe bezem de boel schoon meent te moeten vegen, moet ik ze weer uit de droom helpen over hun plaats in dit ondermaanse en met name over hun plaats in mijn klas. Ik voel me net een Wimbledon winnaar die van een toevallige voorbijganger te horen krijgt dat er nog iets aan de backhand schort, sprak ik nog niet zo lang geleden nuffig tegen een piep jonkie met een kruisjeslijst. Ze keek</span><span face="Calibri, sans-serif" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-size: 11pt;"> </span><span face="Calibri, sans-serif" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-size: 11pt;"> </span><span face="Calibri, sans-serif" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-size: 11pt;">me verschrikt aan. Het is om je vooruit te helpen, antwoordde ze. Maar waar wil je me dan toch heen hebben, vroeg ik hoofdschuddend, hoe weet je nou of ik daar niet al ben? Ach, ze menen het niet slecht hoor, ze weten vaak gewoon niet wat ze komen doen. Er is een overdreven scheiding ontstaan tussen zij die voor de klas staan en zij die achter in de klas zitten. Die twee groepen hebben een hele andere</span><span face="Calibri, sans-serif" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-size: 11pt;"> </span><span face="Calibri, sans-serif" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-size: 11pt;"> invulling over de waan van de dag. De ene groep kent de beperkingen van die waan, de andere groep breidt die waan eindeloos uit. Wat dat betreft ben ik blij dat ik veertig jaar geleden talloze blunders en fouten heb kunnen maken zonder dat iemand meteen een lijst met minnetjes voor de eeuwigheid in mijn dossier stopte. Maar nu wordt het tijd om mijn eigen waan te stoppen. Nu hoor ik het te zijn die de aftocht blaast. Ik word binnenkort 65. De voortekenen liegen niet: ik heb een inmiddels een appartement, een caravan en een e-bike. Bejaarder wordt het niet. Het is gedaan.</span></p><p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;"><o:p></o:p></p>Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com17tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-77591453002796143512021-06-08T03:29:00.004-07:002021-06-08T03:29:41.051-07:00Column. Vrijstaat.<p><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;">Ik moet eerlijk zeggen dat ik je columns liever las toen je hier nog niet werkte, zegt collega M, nu ben ik steeds een beetje zenuwachtig als het Onderwijsblad op de mat ligt. Ik knik. Ik heb altijd veel begrip voor de bedenkingen van mijn directe collega’s over deze column. Behalve dan dat ik niets op uit doe. Of in ieder geval: probeer te doen. Zo wilde een andere collega ooit een vergadering beleggen vanwege een aantal alinea’s waarbij ik uit de school geklapt had. Kon ik dat maar zo doen? Moest daar niet een protocol voor komen? Ga ik niet aan beginnen, sprak ik nuffig. Op de pabo waar ik een tijd aan uitgeleend was kwam een collega eens woedend op mij afgestormd toen ik het gewaagd had een kritisch artikel te schrijven over het competentie-leren waar wij ons van hogerhand halsoverkop en met wilde onverschrokkenheid in hadden moeten storten. Ik ben geen uitleg aan jou verschuldigd, sprak ik al even onverschrokken terwijl ik doorliep. Toch zat het me niet altijd lekker. Ik weet heel goed dat ik als columnist in een vrijstaat leef. Ik zou zelf ook niet altijd even enthousiast zijn over een collega die gebeurtenissen waarbij jezelf aanwezig bent geweest in een of andere vorm terug laat komen in een column. Ik kan alleen niet te lang bij al die eventuele gekwetstheden stilstaan. Het zou een te voorzichtige column opleveren of erger, veel erger: een saaie column. Daar komt bij dat ik eigenlijk nooit aan zie komen waar mensen door gekwetst worden. Als ik denk: nou zul je het hebben, gebeurt er vaak helemaal niks. En als ik me helemaal nergens zorgen over maak, bevind ik mij plotseling in een oorlogszone tussen twee rekenreligies of in een lastig gesprek met een meerdere. Ook in het contact met de ouders verliep hetgeen ik op deze plek publiceer niet altijd zonder slag of stoot. Ooit circuleerde er onder hen een column waarin ik mij geweldig vrolijk had gemaakt over de organisatie van een volledig</span><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;"> </span><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;"> </span><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;">ontspoord kerstfeest. De kerstcommissie riep mij ter verantwoording. Ik toonde mij opnieuw heel begripvol, daarna ging ik meteen weer aan de slag met een</span><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;"> </span><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;"> </span><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;">verslag over de kolderieke overkill van de toenmalige groep luizenmoeders. Je moet je als columnist nooit gewonnen geven. Er kwam tot mijn verbazing geen eind aan het schrijven van deze column. 37 jaar kon ik er onbekommerd mee doorgaan. In het begin waren de columns bijna drie keer zo lang en verschenen er in een jaar een keer zoveel. Ik schreef met de hand, typte de eindversie en bracht die naar de post. Deze verstuur ik met een druk op de knop. Voor de een na laatste keer. Het is mooi geweest.</span></p><p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;"><o:p></o:p></p>Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com2tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-9049321837106928002021-05-05T04:30:00.004-07:002021-05-06T23:38:22.085-07:00Column. Tafeltennissen. <p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;">In de app waarin mijn bestuur alle relevante gegevens met betrekking tot mijn aanstelling heeft verzameld staat ook het onderdeel ‘persoonlijke relaties’. Elke keer als ik de app open klik ik het even aan. Benieuwd of inmiddels in kaart is gebracht hoeveel ik van die relaties heb en waarom dat in hemelsnaam allemaal vermeldenswaardig is. Maar nee. Steeds staat er hetzelfde: persoonlijke relaties ..GEEN. Het treft me elke keer heel onaangenaam. Het staat er zo droef. Zo van..met juf B. wil niemand iets van doen hebben. Ze maakt geen contact, wordt achter haar rug en niet zelden midden in haar gezicht uitgelachen door haar leerlingen, voert om de haverklap gesprekken met haar meerderen over een functie elders, oogt verward en ietwat zielig. Al bijna een halve eeuw oefent deze werknemer haar beroep uit zonder enige aanspraak, ze zeult elke schooldag stapels schriften mee naar een flatje waar al die jaren nog steeds dezelfde gordijnen hangen en de planten inmiddels uitgedroogd in de vensterbank staan. Ze is nog één flinke smak verwijderd van een rollator. Hoezo geen persoonlijke relaties, denk ik verbaasd. Ik grossier er in. Ik ben een grootverbruiker van persoonlijke relaties op het werk. Ik begrijp niets van bedrijfsculturen waar dat als ongewenst wordt beschouwd. Waar moet je al die relaties anders tegenkomen als je full time werkt? Dus vriendschappen, verliefdheden, eetclubjes, roddelborrels, samen naar een concert..vooral doen! Goed, ik ben wel eens op een voor anderen ongelukkig moment een magazijn in gelopen of een kantoortje binnen gestruind, ook viel ik wel eens per ongeluk halverwege in een gesprek dat de kwalijke kanten van mijn karakter onder de loep nam maar dat leverde hooguit wat verschrikte geluiden en voor mij saillante gespreksstof op. En ja, eetclubjes kunnen de teamspirit flink ondermijnen. Anderzijds kan de sfeer er ook geweldig op vooruit gaan. Zonder de collega’s met wie ik in de loop der tijd bevriend ben geraakt zou ik misschien wel nooit een opera of een musical bijgewoond hebben en het is zeker dat ik op geen enkele andere manier een bedreven tafeltennisser zou zijn geworden. Ook had ik waarschijnlijk geen gitaar gespeeld en heel wat minder sushi gegeten. En een mens kan nooit genoeg sushi eten. Dit is natuurlijk allemaal van geen enkel belang voor de voortgang van het onderwijs maar daarentegen van het grootste belang voor mijn welbevinden. En ook van welbevinden kun je nooit genoeg hebben. Om die reden is de huidige verzakelijking op scholen erg jammer. Er gaat bijna geen tijd meer verloren. Verloren tijd is heel goed voor het ontstaan van persoonlijke relaties. Dus kom op: wie wil er met mij tafeltennissen? Ik ben al te lang ongeslagen.<o:p></o:p></p>Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-39080358825085710112021-04-06T12:31:00.003-07:002021-04-06T12:31:57.648-07:00Column. DNA<p class="p2" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: ".AppleSystemUIFont", serif; font-size: 13pt; margin: 0cm;"><span class="s1" style="font-family: ".SFUI-Regular", serif;"><span style="font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 12pt;">Op de school waar ik werk wordt veel getrommeld. Het is hoe we bekend staan, het is ook wie we zijn. Bij sommige gelegenheden lopen we in optocht door de buurt en schoolreisjes worden altijd vrolijk trommelend uitgeleide gedaan. Groep zeven leeft aan het eind van ieder schooljaar gespannen toe naar het moment dat ze het stokje over mogen nemen. Het is een mooi ritueel. Naarmate de jaren voorbij gingen werd het makkelijker de ritmes in te slijten. Ze waren in het DNA van de leerlingen geslopen. Ik ben een van de laatste leiders der trommelaars. Er zal na mij misschien nog één collega de traditie hoog houden. Daarna is het over.</span></span><span style="font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 12pt;">De teloorgang van het trommelen, evenals het verstoffen van het planetarium en het Orff instrumentarium, is <span class="s1" style="font-family: ".SFUI-Regular", serif;"><span style="font-family: Calibri, sans-serif;">een onbedoeld gevolg van de opkomst van het teamleren.</span></span> En dat is jammer. Ik ben al zo lang ik lesgeef een pleitbezorger voor teamleren<span class="s1" style="font-family: ".SFUI-Regular", serif;"><span style="font-family: Calibri, sans-serif;">. Vaak vond ik al dat lesgeven op een eiland erg jammer van mijn energie.</span></span> <span class="s1" style="font-family: ".SFUI-Regular", serif;"><span style="font-family: Calibri, sans-serif;">Dan had ik mijn klas goed geleerd hoe ze zo zelfstandig mogelijk konden werken en vervolgens deed mijn opvolger daar niets op uit, sommigen wilden vaak niet eens weten waar ik zo hard aan had gewerkt, zij koesterden zo hun eigen plannen en opvattingen. Dus toen het teamleren eindelijk voet aan de grond kreeg was ik opgetogen. </span></span><span class="s1" style="font-family: ".SFUI-Regular", serif;"><i><span style="font-family: Calibri, sans-serif;">Beware of where you wish for</span></i></span><span class="s1" style="font-family: ".SFUI-Regular", serif;"><span style="font-family: Calibri, sans-serif;">.</span></span> <span class="s1" style="font-family: ".SFUI-Regular", serif;"><span style="font-family: Calibri, sans-serif;">Wat ik me niet gerealiseerd had was dat trommelen, balalakai’s bouwen, ‘s avonds met de klas op het dak van de school naar de sterren kijken, circusprojecten organiseren, kortom al die zaken waar ik in het verleden trots op was of het initiatief toe had genomen, in hun oorsprong de initiatieven waren van enkelingen, van enthousiastelingen met een hobby, freaks met een passie. En het eerste dat sneuvelt met al die strak in het gelid geduwde neuzen zijn de dingen die een school in de kern uniek maken. Niet iedereen heeft wat met een circus, met sterrenkunde, met techniek. En dus is de freak, de gepassioneerde eenling, de uitslover zo u wil, met een vaartje uit het onderwijs georganiseerd. Voorgoed over de rand gevallen. Dat heb je nou met al dat teamleren. Nou wil het geval dat ik eigenlijk, zonder dat ik het wist, een freak ben. Ik houd van projecten, van sterrenkunde, van muziek. Maar in de zucht naar doelmatigheid en maakbaarheid worden al deze zaken van het predicaat tijdverspilling voorzien. Ik geloof trouwens echt wel in maakbaarheid maar alleen als er een hamer, een lijmpistool of naald en draad bij komt kijken. Het gevolg is dat alle scholen nu op elkaar lijken. Ze zijn allemaal op doelenjacht, onder leiding van dezelfde coaches, dezelfde begeleiders en met dezelfde uitgangspunten. Zinvol hoor. Heel zinvol. Maar wel van het slaapverwekkende soort.</span></span><o:p></o:p></span></p>Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-63898475016391537762021-03-03T09:10:00.003-08:002021-03-03T09:10:52.240-08:00Column. Dooie boel.<p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;"><o:p> </o:p></p><p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;"><o:p> </o:p></p><p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;">Ik stop bepaald niet op mijn hoogtepunt. In dit allerlaatste schooljaar lijkt mijn werk op school op een nachtkaars die langzaam uit gaat. Hier flakkert nog wat, daar walmt het al. Ach kijk…daar sjouwt Elias mij de trap op. Hij schudt zo met zijn laptop heen en weer dat ik er duizelig van word. Eens even kijken of we hier kunnen zitten, mompelt hij, nee hier is het ook al druk. Heb je je werk af, vraag ik. Werrùk, vraagt hij terwijl hij zijn wenkbrauwen optrekt. Ja, je weet wel, dat gedoe waarvoor kinderen naar school moeten, sommen en zo, licht ik toe. Hij grijnst. O ja dat. Wacht even…ik denk dat we hier kunnen zitten juf. En dus wacht ik. Ik heb wachten inmiddels tot kunst verheven. Zo ziet Marko elke keer opnieuw kans om alleen maar wat te stommelen voor de camera. Ja jongen, zoek die pen nou maar eerst, zeg ik berustend, heb je het werkboek wel bij de hand. Nee? Waar is het dan? O dat weet je niet. Nou zoek dan nog maar even door. In de loop van het jaar heeft echter ook de twijfel toegeslagen, afgetopt met een vleugje wanhoop. Ik realiseer mij terdege dat ik nu precies het werk doe waar ik als leerkracht bedenkingen tegen koesterde. Al die leerlingen die op soms wel erg ongelukkige momenten de klas uit gaan om zich bij een remedial teacher te vervoegen en die daarna op vaak al even ongelukkige momenten de klas weer binnen komen. Zouden ze echt baat hebben bij mijn hulp. Leidt het niet tot nieuwe achterstanden. Is de remedie niet erger dan de kwaal? Ook de motivatie van leerlingen laat regelmatig te wensen over. Ah….we gingen net leuk knutselen. Of: eigenlijk zouden we net even naar buiten gaan juf. En daar zit je dan met al je mooie doelen en je geduldige uitleg. Maar nuttig of niet, bovenal is de uitvoering van dit werk toch vooral een dooie boel. Er ontbreekt iets wezenlijks aan. Het ontbeert de dynamiek die een klas vol kinderen wel heeft. Een klas is als het leven zelf. Het bruist, het knettert, het beweegt. Het is een wereld barstensvol levensvreugde met mijzelf als spil. Die dynamiek is al die jaren voor een belangrijk deel de brandstof van mijn leven geweest. Ik besta ervan. Toen de eindstreep in zicht kwam heb ik mij zelfs even afgevraagd of ik nog wel iemand was als ik geen leerkracht meer was. Maar dit gemijmer ging voorbij. Dit laatste schooljaar is dus eigenlijk een heel goed jaar om te leren hoe je stilletjes in de coulissen verdwijnt. Omdat het mooi geweest is. Want mooi was het.<o:p></o:p></p>Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com1tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-80331560443657613722021-02-02T09:16:00.002-08:002021-02-02T09:16:09.268-08:00Column. Schuimpjes.<p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;">December, de drukste, leukste en onmogelijkste maand op school. Dit keer is het ook de laatste decembermaand in mijn loopbaan. Ik had het me anders voorgesteld. Ik rekende op een lichte melancholie, alsook hier en daar wat treurigheid over dat wat voorbij gaat, misschien zou ik me zelfs opgelucht voelen. Maar anno 2020 er is niets om bij stil te staan, laat staan om over te treuren. Even zie ik hem voorbij schieten, de goedheiligman. Even hoor ik hem spreken, een flard in de verte, meer niet. Het is vast mijn hoge ouderdom maar ik mis de warme basstemmen van weleer, nu piepen er al jaren hoge tenorstemmen door de hal. Tenminste.. als er al gepiept wordt want sommige sinterklazen zeggen niets. Het lijkt of bij sommige mannen alle vastberadenheid om Sinterklaas te spelen als sneeuw voor de zon verdwijnt zo gauw ze zich in een jurk hijsen en al die opgewonden kindersmoeltjes zien. Ze kijken alleen nog maar wezenloos om zich heen. Met een beetje mazzel zeggen de pieten wel wat. Want dat kan ook zo maar gebeuren: dat ze daar maar zitten met z’n allen op dat podium en het hele feest in een zinkgat van niet waargemaakte verwachtingen wegglijdt. Dit jaar heb ik vanuit mijn werkplek in het kamertje geen idee hoe het gaat. Om die reden pik ik vreugdeloos alle schuimpjes uit het snoepgoed dat is achtergebleven. Kerst verloopt nog ziellozer. Ik hou erg van kerst op school. Tjonge wat heb ik al die jaren een onderwijstijd lopen verspillen in de aanloop naar dat feest. Tijd die besteed werd aan het optuigen van wanstaltige kerstbomen, het ophangen van vele lampjes, het vervaardigen van talloze kerststerren aan het plafond die vervolgens dagenlang venijnig in je gezicht prikten en het meebrullen met larmoyante Amerikaanse kerstliedjes van minimaal 30 jaar geleden. Knutseltafels tot ver in de hal, lijmpistolen in iedere hoek, volgeplakte ramen. En ja ..natuurlijk ook zo’n knetterend haardvuur op het Digibord. Dit jaar is er niets van dit alles. Vanwege de haast waarmee het feest door de dreigende schoolsluiting naar voren gehaald moet worden zie ik vanuit de verte alleen wat gehaaste collega’s met winkelwagentjes vol etenswaren voorbij snellen. Verder zit ik maar wat voor me uit te staren omdat mijn collega’s vanzelfsprekend in alle hectiek vergeten zijn hun leerlingen naar me toe te sturen. André Hazes zou hier nu heel gepast klinken. Dat was het. Klaar. Punt. Op naar de serieuze maanden januari, februari en maart. Op naar weken vol saai afstandsonderwijs, weken die naadloos over zullen gaan in nog saaiere maanden vol toetsen en administratie. Allemaal zaken die op een school ook moeten gebeuren maar waar ik geen traan om zal laten als ik straks weg ben. <o:p></o:p></p>Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-27315121515826853042021-01-05T09:23:00.002-08:002021-01-05T09:23:47.514-08:00Column. Pikeren.<p><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;">De wereld wordt altijd lichter en vrolijker als ik haar hoofd voor het raampje in de deur zie verschijnen. Ha, daar ben ik weer juf, zegt ze terwijl ze enigszins hijgend van het snelle lopen op een stoel achter de glazen wand plaatsneemt, ik heb héél véél te vertellen en…ze bouwt even een verwachtingsvolle pauze in..ik heb ook nog een verrassing! Kunnen we tussendoor ook nog wat rekensommen doen en zo, vraag ik grijnzend. Ja hoor, antwoordt ze vrolijk. Maar eerst…en dan volgt er een spraakwaterval aan belevenissen en een hele reeks aankondigingen van vreugdevolle gebeurtenissen. Zelden trof ik zo’n opgewekte en gemotiveerde leerling als Sehla. Helaas is haar vermogen tot leren omgekeerd evenredig aan haar inzet. Om die reden besloten we vorig jaar om haar door te verwijzen naar het speciaal onderwijs. Het kostte niet veel moeite om haar geplaatst te krijgen. Vanaf het moment dat ze begreep wat er ging gebeuren daalde er een diepe somberte over haar neer. Weg van school? Weg van haar vriendinnen? Weg van de juf? Onbestaanbaar. Onbegrijpelijk. Regelmatig stond ze zomaar ineens voor mijn bureau. Juf, mama zegt dat ik teveel aan het pikeren ben. Pikeren? O wacht je bedoelt piekeren? Ja, ja dat bedoel ik. Ik pieker steeds maar. Moet ik echt weg? Echt? Er stond diepe wanhoop in haar ogen te lezen. Dus bleef ze op school. Met een eigen leerlijn. Vanwege haar motivatie en haar welbevinden. Nu ik tijdelijk in het kamertje bivakkeer en vanuit hier leerlingen begeleid zie ik haar bijna elke dag. Ze is weer haar vrolijke zelf en wil harder werken dan ooit. Soms gooit ze uit zichzelf het programma om: juf, vanmorgen hadden we het in de klas over de maanden van het jaar en toen ben ik de hele tijd bang geweest dat ik de beurt zou krijgen. Kunt u mij misschien helpen dan kan ik de juf verrassen? Een andere keer wijst ze op sommen die in de klas tot moeilijkheden geleid hebben. Wilt u het nog een keer uitleggen? Ik was het allemaal weer vergeten. Het lastigst heeft ze het met de woordenschat lessen. Namen van keukengereedschap. Namen van exotische dieren. Als je zo jong al tussen twee talen ingevallen bent dan beklijft het allemaal maar moeizaam. Bij iedere les zie ik op haar voorhoofd de door mij gevreesde rimpel even verschijnen. O jee. Nu moet ik de juf weer teleurstellen. Een dier met een buidel? O ja, O ja, ik weet het geloof ik…nee toch niet. Een woestijndier met één bult? Ehm…een dramedoris? Maar ach, denk ik, als ze weer vrolijk het kamertje uitstuift, als je een hele kamer op kan lichten door alleen maar binnen te komen, dan heb je het allerbelangrijkste allang begrepen.</span></p><p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;"><o:p></o:p></p>Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-51286442216525970312020-12-02T08:00:00.009-08:002020-12-03T00:50:46.539-08:00Column. Kruk<p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;"><span face=""Calibri Light", sans-serif" style="font-size: 10pt;">De wereld waar ik al meer dan 40 jaar deel van uit maak is gekanteld. Waar ik eerst naar voren stapte, stap ik nu naar achter. Waar ik eerst kalm en bedaard naar links de trap op ging ga ik nu schielijk en gehaast naar rechts de hoek om een kantoor in. Mijn bureau is geen gezellige plek meer waar leerlingen ‘s morgens naar toe snellen om mij verhalen te vertellen maar een saaie plek waar ik eenzaam plaats neem. Ik zit achter een glazen scherm. Voor leerlingen die in de loop van de dag toch menen mij hartelijk te moeten benaderen heb ik een heuse kruk in de weg gezet. En ja soms valt daar iemand overheen. Als ik over het plein loop, vrees ik de uitgestoken armpjes waarmee sommige leerlingen mij begroeten willen. O ja, o ja, klinkt het dan teleurgesteld. Dat kan nu niet meer. De juf behoort tot een onaanraakbare kaste, ze moet op afstand toe geschreeuwd worden. Alle zorgeloosheid, alle spontaniteit is uit mijn handelen verdwenen. Steeds opnieuw maak ik een afweging: is het te druk in de keuken, in de gang, op het plein? Heb ik mijn mondkapje wel op?</span><span face=""Calibri Light", sans-serif" style="font-size: 10pt;"> </span><span face=""Calibri Light", sans-serif" style="font-size: 10pt;"> </span><span face=""Calibri Light", sans-serif" style="font-size: 10pt;">Moet ik mijn handen al weer wassen? Pas op, niet aan je neus wrijven, onthoud dat je zojuist meerdere deurklinken beet gepakt hebt. Collega’s die binnen stappen om een gezellig praatje te maken ontvang ik met een benauwde blik. Niet te ver, alsjeblieft niet te ver. Let op die kruk. O sorry, dat deed zeer zeker? Het gewone is ongewoon geworden. Doodmoe word ik ervan. Vooral van mezelf. Ik vrees niet alleen besmetting, ik vrees vooral mijn eigen paranoia. Wanneer doe ik nou ergens verstandig aan. Wanneer overdrijf ik?</span><span face=""Calibri Light", sans-serif" style="font-size: 10pt;"> </span><span face=""Calibri Light", sans-serif" style="font-size: 10pt;"> </span><span face=""Calibri Light", sans-serif" style="font-size: 10pt;">Ik weet de grens niet meer. Daarom neem ik het zekere voor het onzekere maar het onzekere is te groot. Als ik echter alle hindernissen heb genomen en eindelijk achter mijn scherm met mijn lessen aan kleine groepjes begin, dan keert gelukkig het vertrouwde plezier terug. Ik heb natuurlijk wel ontzettend veel geluk dat het mogelijk is om op deze wijze mijn werk te doen. Er blijft ook zoveel hetzelfde: kijk eens wat ik gevonden heb in het bos, roept Daan, terwijl hij voorzichtig een klein schedeltje over het scherm aanreikt. Voel eens juf wat een lekkere slijm ik gemaakt heb, roept Selina terwijl ze een potje met een vreselijke vieze substantie om het scherm schuift. Maar ook die diepe denkrimpels van de groep die meerwerk krijgt, de vreugdekreetjes van het groepje dat eindelijk die lastige deelsommen onder de knie heeft, het is als vanouds. Ik hoop echter wel dat er zometeen een collega koffie komt brengen, anders moet ik weer zelf op stap.</span><span face=""Calibri Light", sans-serif" style="font-size: 10pt;"> </span></p><p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;"><o:p> </o:p></p>Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com1tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-41652888677434751542020-11-03T10:59:00.006-08:002020-11-03T11:03:15.918-08:00Column. Reflex<p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;">Ik lees in het boek De Bourgondiërs van Bart van Loo over de overdadige banketten op de hertogelijke hoven in de 14<sup>e</sup> eeuw. Van Loo laat werkelijk geen detail onvermeld. Mijn eerste gedachte is dan ook dat ik de leerlingen hier over moet vertellen. Het is een oude reflex. Een verdachte reflex inmiddels want even daarna dringt zich de gedachte op: is zo’n les wel effectief genoeg? In deze tijd waar doelmatigheid het onderwijskundig handelen bepaalt zijn dit soort opwellingen niet gebruikelijk meer. Ik denk soms met enige verbazing terug aan de tijd dat ik een rekenles zomaar stopzette en inruilde voor een les perspectief tekenen omdat ik zag dat mijn instructie tot veel wanhoop en frustratie leidde en ik op dat moment geen ander antwoord had dan chagrijnig ongeduld. Of die keer dat ik zoveel details opdiste over de wijze waarop men in de middeleeuwen (onheuse) bekentenissen afdwong dat een paar meisjes halsoverkop naar de gang vluchtte terwijl andere leerlingen steeds verder naar voren kropen om maar geen woord te hoeven missen. Horror in het klaslokaal. De juf in een slasher movie. Met al die onaangekondigde flitsbezoeken van het hedendaagse management zou de stapel bewijzen voor mijn disfunctioneren snel stijgen: ‘trof juf B aan met een naar adem happende klas toen zij op sinistere wijze een verhaal vertelde waarin de deksel van een put tergend langzaam naar beneden zakte terwijl de gevangene die zich daaronder bevond zich steeds kleiner maakte. Op het rooster stond echter een spellingsles gepland! Het doel stond nergens beschreven.’ Of: ‘het flitsbezoek heeft vandaag niet plaats kunnen vinden omdat desbetreffende klas onvindbaar is’. Deze overpeinzingen bij het boek van van Loo maakten dat ik mij plotseling realiseerde dat toch gebeurd is waarvan ik nooit dacht dat het zou gebeuren: ik pas niet meer in deze tijd. Ik ben er langzaam uitgegleden. Het is niet de overmaat aan administratie die mij genekt heeft, het is niet de eis om effectief les te geven die mij doet struikelen, ook al dat gestaar en geschrijf van een hele stoet beoordelaars achter in de klas kan ik best verdragen, nee het is de rigide opvatting om tegenwoordig werkelijk alles ondergeschikt te maken aan die doelmatigheid waarover ik gevallen ben. Wat je niet kunt meten hoeven leerlingen kennelijk niet meer te weten. Het resultaat? Een toegenomen kans op liefdeloos ingerichte klaslokalen en slaapverwekkend voorspelbare lessen. Het een hoeft helemaal niet zonder het ander. Verhalen vertellen, zingen, spelen, maken, verwonderen, onderzoeken, fantaseren, ze zijn het kind van de rekening. En dat terwijl ze de plezierige eigenschap hebben dat ze het doel in zichzelf vinden. Niemand kan zonder. Zeker kinderen niet. Als deze overtuiging betekent dat ik niet meer in deze tijd pas… jammer voor de tijd.<o:p></o:p></p>Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-76178399921294382892020-10-07T06:22:00.003-07:002020-10-07T06:22:23.755-07:00Column. Regelzucht.<span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;">Er waren tijden dat leerkrachten aan niemand verantwoording af hoefden te leggen. Als ze maar zorgden dat ze om half negen op school waren en gedurende de dag geen al te bizarre capriolen uithaalden was het goed. Dat kon natuurlijk wel hier en daar tot uitwassen leiden. Zo had ik ooit een</span><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;"> </span><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;"> </span><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;">collega die het kringgesprek oprekte tot het bijna pauze was. Een ander brak lessen af die ze zelf niet leuk vond met de zin: ik heb geen zin meer, ga nu maar wat voor jezelf doen! Het was niet gebruikelijk om van hogerhand in te grijpen. Niet bij de pedagogische en al helemaal niet bij de didactische aanpak in de klas. Dat kan nu echt niet meer. Er is overal regelgeving over. Regelgeving die regelmatig dreigt door te slaan in regelzucht. En leidt tot onnodig verlies van autonomie. Het gaat altijd wat ongemerkt. Je hebt het amper door. Er wordt bijvoorbeeld gevraagd om in de klassenmap bij te houden welke leerstof die dag niet begrepen is. Geen onredelijke vraag denk je. Je noteert namen en onderdelen. Resultaat: geklieder. Dus komen er formats. Resultaat: geblader. Het A3 formulier doet zijn intrede. Ah, daar kunnen we dan meteen ook de blokdoelen in verwerken. Handig. Iedere leerling goed in beeld. Voor je het weet heb je vier van die grote formulieren op je bureau liggen en er een grote administratieve taak bij. Met de vaak uitsluitend uit vrouwen bestaande teams van tegenwoordig is het wat lastig protesteren. De meesten kijken weliswaar wat benauwd als de oekazes over ze heen dwarrelen, mompelen iets binnensmonds tegen de buurvrouw, of iets in de trant van ‘sorry heb ik goed begrepen dat…’ maar optreden? Vragen of het een tandje minder kan met het streven naar maakbaarheid? Nee. Ik kan daar niets meer aan doen. Ik heb mijn leeftijd tegen. Inspraak, draagvlak, afspraken willen maken in plaats van opdrachten uit te moeten voeren… verdwenen in het gat van de geschiedenis. Al was er beslist sprake van een opstandig moment toen ik tijdens een vergadering een map kreeg uitgereikt waarin ik mijn ontwikkeling diende bij te houden. Het ging me niet zozeer om die ontwikkeling als wel om het feit die map leeg was. Na 43 jaar full time lesgeven…leeg! Ik moet in al die jaren toch minimaal een halve meter aan formulieren hebben verzameld. Er heeft een heel leger aan beoordelaars achter in mijn klas gezeten. En bepaald niet omdat ze omissies vonden. Het ging altijd om klein bier. Toch moet ik altijd opnieuw aantonen dat ik kan wat ik kan. Dus kan ik nu weer bij nul beginnen met het verzamelingen van bewijzen van al mijn goede werken. </span><p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm;"><o:p></o:p></p>Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com2tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-77708484076332065072020-06-30T04:50:00.005-07:002020-06-30T08:49:07.018-07:00Column. Online.<span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: calibri, sans-serif; font-size: 11pt;">Dat gestaar naar mezelf is het eerste dat verveelt. Het leidt ook af. Alsof er aan het gesprek een vreemde mee doet die me ergens bekend voorkomt. Er vallen mij teveel rare dingen aan die onbekende bekende op. Gesticuleer niet zo, denk ik vermoeid, kijk eens wat directer in de lens, wat</span><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: calibri, sans-serif; font-size: 11pt;"> </span><span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: calibri, sans-serif; font-size: 11pt;"> zit je haar trouwens raar vandaag. Videobellen is geen pretje. In een een-op-een gesprek gaat het nog wel maar een vergadering op deze wijze..pfff…teveel ruis, te weinig focus. Erg doortimmerd kunnen de besluiten zo niet zijn. Gesprekken met individuele leerlingen gaan het best. Tenminste met de meesten dan. Met Sören is het een kwelling. Hij zegt namelijk niks. In de klas zijn de gesprekken met hem meestal ook al niet al te uitgebreid maar nu praat hij alleen maar via zijn moeder en die heeft, heel verstandig, de kamer zojuist verlaten. Om die reden kijkt hij half weggedraaid gefixeerd naar de deur in de hoop dat ze weer naar binnen stapt. Nee, ze komt niet jongen, zeg ik, steeds vileiner naarmate de stilte aan zijn kant langer duurt. Uiteindelijk verlies ik het. Haal haar maar op, kreun ik ten langen leste. Hetgeen hij vliegensvlug doet. Ook met Judith gaat het gesprek online stroef. In de klas is het een vrolijke flapuit maar nu staart ze steeds naar een punt boven de lens van de camera waar haar moeder zich kennelijk bevindt. Uhm, zegt ze op simpele vragen, uhm…..om dan vervolgens met een kort en weinig zeggend antwoord te komen. Het is niet te geloven hoe snel ik trouwens dat online leren onder de knie heb gekregen. Technisch gezien dan. Ik val mijzelf echt reuze mee. Inhoudelijk is het echter een heel ander verhaal. Wat dat betreft is het een zegen dat het na 6 weken stopt. Al die herhalingsoefeningen, al dat vertrouwen op goede begeleiding van overbelaste ouders, de daling van de IC opnames komt precies op tijd. In een razend tempo krijgt de 50 % school zijn beslag en in een zelfde vliegende vaart worden even daarna weer volledige schooldagen gerealiseerd. Het is het raarste jaar uit mijn loopbaan. Dat geldt ongetwijfeld voor iedereen maar het is voor mij vooral zo raar omdat ik sinds maart geen leerling meer in levende lijve heb gezien. Ik zit in die suffe risicogroep. De club die ontzien moet worden en daardoor maar half leeft. Het is saai zonder leerlingen. Het contact met leerlingen is het enige dat er toe doet in dit vak. Zonder hen wordt alles formalistisch en geestdodend. Maar ja, een half leven is altijd nog beter dan geen leven. Dus ga ik maar weer achter het scherm zitten om een Belangrijk Beleidsplan te schrijven of wat hier en daar wat te vergaderen.</span><p class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;"><o:p></o:p></p>Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com2tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-75729836520739824082020-06-02T10:07:00.002-07:002020-06-02T10:11:28.256-07:00Column. Onderliggend.Als ik even voor negen uur op de link van MEET klik val ik midden in een Poolse Landdag. Veel leerlingen zijn al gezellig met elkaar in gesprek. Er is veel hilariteit vanwege Rens die er in geslaagd is zich digitaal als paashaas te vermommen. Waar kun je dat vinden op het internet, klinkt het opgewonden, dat wil ik ook. Ha, daar is de juf. Hallo juf! Hoe gaat het met u? Ik slaag er met moeite in mijzelf verstaanbaar te maken want ondanks de technische mogelijkheid om hun microfoons uit te schakelen gebeurt er niets als ik op het symbool druk. Zouden jullie even allemaal tegelijk jullie mond dicht willen houden, kreun ik. Er zijn er maar weinig die mijn oproep horen. Net als in de klas veroorzaken juist de gehoorzamen of zij die daar voor door willen gaan de meeste herrie: stil nou, de juf wil wat zeggen. Ju-li-a! Stil nu! Kar-sten! Houd nu even je mond! Houd zelf je mond, klinkt het ergens uit digitaal nergensland. Als ik eindelijk kans zie om iets te zeggen klinkt er ineens ergens een boormachine, gevolgd door vogelgezang, achter Sam kruipt zijn moeder op zo’n merkwaardige wijze door het beeld dat ik even stil val. Onmiddellijk ziet Rens zijn kans schoon om in een andere outfit voor de camera op te doemen. O, die wil ik ook! Waar vind je die dan? Als ik na een half uur het scherm uitzet ben ik net zo moe als wanneer ik een hele dag les heb gegeven. Goed dit moet ik dus nog leren. Net als ik het inrichten van online lessen goed onder de knie heb moeten krijgen. Maar juist als ik denk dat ik het nu goed voor elkaar heb met dat thuisonderwijs - zinvolle herhalingslessen, creatieve opdrachten voor de afwisseling, alle leerlingen een device en dus letterlijk en figuurlijk in beeld- gaan we weer voor 50 procent naar school. De veranderingen buitelen over elkaar heen. Gelukkig blijven sommige dingen wel bij het oude. Op de achtergrond draaien de beste stuurlui, waaronder de Onderwijsraad, hun bekende riedel af: er worden achterstanden opgelopen en er moet dus aan de vakanties van onderwijspersoneel getornd worden. Terwijl zo ongeveer de hele wereld rondzwalkt in onontgonnen territoria blijven zij stippen op de horizon zetten. Voort, voort, stelletje amateurs! Ondertussen raakt mijn rol als juf steeds meer uitgespeeld want terug naar school, dat kan ik even niet. Ik ben niet alleen oud maar ook in het bezit van iets onderliggends. De komende tijd is er alleen een rol als dor hout voor mij weggelegd. Ik blijf dus online. Dapper pogend mijn oude nek te verbergen voor volk en vaderland en in hoopvolle afwachting van een mogelijk nut.Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-76662229103084939972020-05-13T06:03:00.000-07:002020-05-13T06:03:04.234-07:00Column. Rare tijden<span style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt;">Het is de dag na de voorjaarsvakantie. Er is onrust in de gangen. Een groepje leerlingen snelt op mij af. Juf! Juf! Ahmed is in Italië geweest! Ik kan het niet geloven. Ik weet niet beter of zijn familie gaat alleen maar naar Marokko. Dan duikt de vader van Jasmine voor mijn bureau op. Is dat zo juf? Wat gaat u daaraan doen, vraagt hij verontrust. Ik zal het uitzoeken, zeg ik. Daar komt Achmed aansloffen. Hoor ik het goed, vraag ik. Hij knikt. Maar helemaal aan de andere kant van Italië hoor! Het stelt de leerlingen in zijn groepje niet gerust. Binnen een paar tellen hebben ze allemaal hun hand stevig voor hun mond geklemd. Ik ga op onderzoek uit. Al snel blijkt dat het niet waar is. Waarom zeg je dat dan, vraag ik verbaasd. Dat weet ik eigenlijk niet, antwoordt Ahmed zorgeloos. Een week later zoemt het woord ‘Corona’ al door de school voor de leerlingen goed en wel boven zijn. Een paar dagen later gevolgd door ‘al in de stad’ en nog een paar dagen later door ‘al op de school aan de overkant’. En dan stopt plotseling alles. Op de laatste schooldag voeren we nog een Sterrenparade op. Zonder ouders. Het is een verrassend leuke voorstelling. Het laatste nummer dat mijn klas opvoert is een oorverdovend spektakel met het hele Orff instrumentarium. In retrospectief lijkt het net alsof we op dat moment onbewust een voorlopige punt achter ons samenzijn geplaatst hebben. Daarna is het oorverdovend stil. Vanaf mijn laptop regel ik, zo goed en kwaad als het kan, het thuisonderwijs. Dat dit niet een doodsaaie aangelegenheid hoeft te zijn wordt al snel duidelijk als de eerste filmpjes binnenkomen. Ach kijk, daar danst Lieke het beeld in met een geweldige versie van de rap waarmee ze de tafel van 6 geoefend heeft. Even later gevolgd door een filmpje van Dani die in joggingbroek de tafel van 9 jogt. En Lonneke steelt de show als ze met een stofzuiger door de huiskamer zwiert. Ook de foto’s die ouders sturen van hun geconcentreerd werkende kroost zijn aandoenlijk. Evenals de foto’s van de leerlingen zelf: hier de hond van Lars, daar het konijn van Lisa. Het is een buitengewoon vrolijke boel op mijn account. Soms word ik zelfs lief toegesproken: hoe gaat het met u? U bent natuurlijk al oud. Komt u nu helemaal niet meer buiten, klinkt het zorgelijk. Het maakt veel goed in deze rare wereld waarin ineens niets meer hetzelfde is. Ondertussen zoek ik opdrachten waarmee ze niet alleen veel kunnen herhalen maar vooral ook nog veel leren over zaken waarover je je verwonderen kunt in deze wereld. Tot nu toe redden we het, de leerlingen en ik.</span><div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
<o:p></o:p></div>
Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-74623678634215465902020-04-07T06:34:00.000-07:002020-04-07T06:34:00.981-07:00Column. Vlijt.<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
<span style="font-size: 11pt;">Onlangs kwam ik bij het uitruimen van mijn huis een rapport van de Lagere School tegen. Het was een onooglijk geval, nog niet eens A5 formaat. Er stond een rijtje vakken op alsmede een beoordeling voor vlijt en gedrag. Het zal mijn onderwijzer in die tijd niet meer dan een paar minuten werk gekost hebben. Misschien aarzelde hij even bij de keuze tussen een 7 of een 7+, een 6 of een 6-. Lang kan dat denkproces niet geduurd hebben. En je moest het wel heel bont gemaakt hebben wilde je voor vlijt en gedrag een lager cijfer hebben dan een 8. Ik keek er jaloers naar. Zelf was ik, net als als de meeste leerkrachten in dit land, al weken bezig om die omslachtige boekwerken in te vullen. Tot ver achter de komma werd ik geacht de verrichtingen van de leerlingen te volgen. Op overzichtsvellen maakte ik analyses en stelde ik verwachtingen bij. Geduldig, precies en zonder veel misbaar want tegenspraak kost energie en ik ga ook al verhuizen. Het ging allemaal prima en ik was al een eind op streek toen ik het formulier ‘Waarnemen en Begrijpen’ in Parnassys in moest vullen. Alles wat ik zojuist keurig verzameld had en geïnterpreteerd had moest ik opnieuw op dat formulier invullen want-dan-stond-het-zo handig-bij-elkaar. Dan kon je in een overzicht alles over de betreffende leerling zien. In de praktijk betekende dit dus dat ik het ene deel van Parnassys naar het andere deel overhevelde. Dus daar ging ik: Thomas: Cito-score Spelling: Romeinse vijf. Vaardigheidsscore: …</span><span style="font-size: 11pt;"> </span><span style="font-size: 11pt;"> Functioneel niveau: …Gemiddelde methode toetsen: onvoldoende. Tot zover had ik alles gehoorzaam ingevuld. Het heeft niet altijd zin om tegen de stroom in te zwemmen. Toen kwam de vraag die alle inschikkelijkheid op losse schroeven zette: wat valt u op aan deze score? Ik verslikte me in mijn koffie. Ik keek nog eens goed. Stond dat er echt? Wat mij opvalt aan deze score, krijste ik tegen het computerscherm, het valt mij op dat jullie denken dat ik na 43 jaar full time les te hebben gegeven niks weet, niks kan en dat ik volkomen onbekwaam ben als ik niet als een kleuter bij de hand genomen wordt. Stelletje bazige, pietluttige niksnutten! Wie verzint dit? Die nacht droomde ik dat ik een functioneringsgesprek had. Ik liep een ruimte in waar tientallen mensen maar wat door elkaar liepen en druk waren met onduidelijke dingen. Niemand besteedde enige aandacht aan mij. Ten langen leste vond ik een lege stoel in een uithoek. Om mij van mijn goede kant te laten zien, zelfs in mijn droom jaag ik op achten voor vlijt, besloot ik een gesprek te beginnen met degenen die naast mij zaten. Zinloos. Ze hadden allebei een koptelefoon op.</span></div>
<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
<o:p></o:p></div>
Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-9621465232042044782020-03-03T09:49:00.001-08:002020-03-03T10:02:22.716-08:00Column. Ernstige zaken.<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
Dit zijn de kinderen van de rekening. Zij zullen bij de Cito-toetsen de Romeinse vieren en vijven halen. Ze zorgen ervoor dat er een ondergrens bestaat, dat andere leerlingen straks een gemiddelde score hebben of zelfs een hoge. Je kunt ze toetsen, analyseren, terug toetsen, met hulpplannen belagen, verlengd instrueren tot je een ons weegt en er zal ook beslist hier en daar vooruitgang geboekt worden maar veel leerstof zal ook weer vervagen en zelfs verdwijnen....ze maken kleine stapjes deze leerlingen van de ondergrens. Te klein om blijvend tot groene kleuren te leiden. Niet dat ze geen antwoord hebben op deze toetsterreur, o nee…vooral na de Cito-toetsen Rekenen en Begrijpend Lezen breekt de pleuris los. Moe zijn ze, wanhopig zijn ze, drakerig zijn ze. Je kunt amper nog wat met ze beginnen. En ik kan moeilijk met alle lessen stoppen. Het is pas half 11. Maar de aandachtsspanne is geknapt. De rest van het jaar stel ik ze gerust...je kunt het jongen...jee meid wat span jij je in! Dat gaat goed! Wacht, laat ik je het nog een keer uitleggen, je bent er bijna. Tijdens de toetsweken ben ik een ander persoon. Een oppermachtige despoot die niks meer uitlegt, die geen werkafspraken meer met ze maakt en geen vragen meer laat stellen, althans niet over het antwoord. Cito-toetsen zijn Ernstige Zaken. Als ik je help ben je af. Dan weet de juf namelijk niks. Juffen zien en horen kennelijk niks volgens de boven ons gestelden. Daarom maken jullie die toetsen. Het is nog een wonder dat al die leerlingen dertig jaar geleden zonder al die toetsen goed terecht zijn gekomen. Dat alles nu gewoon doordraait met al die ongetoetsten uit die tijd. De wereld van nu is maakbaar. Daarom meten we. Meten opdat we weten. Maar deze kinderen weten allang dat het vaak weer niet lukt. Dat er in een onbegrijpelijke tekst een som verstopt zit, dat in regel 4 tot en met 6 een antwoord te vinden is op vraag 10 maar waar, wààr dan toch verdorie? Er is een grote kans dat deze leerlingen naar zinvolle banen doorstromen: daken repareren, haren knippen, boodschappen afrekenen, winkels bevoorraden. De prijs voor een zinvol beroep is hoog. Deze juf weet daar alles van. Ze heeft zelf ook een zinvol beroep. Ze weet hoe het voelt om overvraagd te worden en aan onmogelijke eisen te voldoen. Maar zij kan zelf nog beslissen of ze weggaat of blijft. Deze leerlingen niet. Dus ga zitten kinderen. Er volgt nu een Woordenschattoets. Het is een vrij willekeurige toets en ik weet nu al dat jullie veel te weinig woorden weten maar dat doet er natuurlijk niet toe. Het is een Cito-toets. Dàt doet er toe.<o:p></o:p></div>
Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-36121997180963168492020-02-04T10:09:00.002-08:002020-02-04T10:09:25.241-08:00Column. Achteruit.<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
Ik zit al uren ingespannen te turen naar het scherm. Vandaag ben ik vrijgeroosterd in het kader van de taakverlichting. Naast mij ligt een to do lijstje van enorme proportie. Sinds mijn taken op deze wijze verlicht zijn heb ik ze uit eigen beweging weer verzwaard door alle administratieve werkzaamheden op te sparen. Gelukkig staan er plotseling drie schattige kleutertjes naast me. Jada is jarig. Terwijl ik de gebruikelijke bloem teken op haar verjaardagskaart, zie ik vanuit mijn ooghoek dat een van hen naderbij sluipt om mij aan een onderzoek te onderwerpen. Ik kijk op. Op het voorhoofd van het mij onbekende meisje hebben zich diepe rimpels gevormd. Jij bent, zegt ze peinzend terwijl ze me nogmaals nauwkeurig opneemt, wel heel erg oud hè? Ik slik. Ja, antwoord ik zuchtend, ik ben inderdaad wel heel erg oud. Ik begrijp haar. Ik kan soms zelf ook niet geloven wat ik zie als ik in de spiegel kijk. Ergens tussen de lessen over het voltooid deelwoord, de staartdeling, de klimaatzones en de ontdekking van Amerika ben ik ouder dan alle oma’s geworden. Ik heb het niet in de gaten gehad. Van binnen bleef alles hetzelfde: het plezier, de interesse, de verknochtheid aan dit vak. Forever young. Behalve in de ogen van deze vierjarige dus. Zij ziet een stokoud vrouwtje die kippig door haar leesbril naar een scherm tuurt. Om mijzelf af leiden van deze sombere gebeurtenis pak ik mijn telefoon en begin wat lusteloos door het nieuws te scrollen. Nooit een goed idee als je al wat zwartgallig bent. Natuurlijk was er weer wat te doen over het onderwijs. Dit keer betrof het de achteruithollende opbrengsten van het leesonderwijs. Het is raar maar zolang ik lesgeef holt er om de haverklap van alles achteruit. Technisch gezien kan dat dus niet wat dan komen we qua ijkpunt in het begin van de vorige eeuw terecht.<o:p></o:p></div>
<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
Zelfs op de HAVO liep ik al in de achteruit modus want alle onderzoeken wezen toen al uit dat er op de voormalige HBS meer geleerd werd. Als ik in de jaren negentig had geweten dat wij anno nu terug zouden verlangen naar de onderwijsprestaties van toen dan was ik daar destijds veel blijer mee geweest, maar nee, toen was het ook al nada niks en moest alles anders en beter. In 2079 is het opmerkzame meisje uit groep 1 net zo oud als ik nu ben. Als alles in het zelfde tempo achteruit blijft hollen dan wordt er in dat jaar niet meer geleerd. Dan zijn we voorgoed onder nul gezakt. Of moeten we misschien eens wat minder toetsen, vergelijken, meten en weten, interpreteren en afrekenen? Als leraar zou je dan beslist meer aan je leven hebben.<o:p></o:p></div>
Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com1tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-16528620174421967482020-01-07T07:21:00.002-08:002020-01-07T07:22:06.477-08:00Column. Controle<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
<span style="font-size: 11pt;">Ik ben soms mijn eigen grootste vijand. Vooral op dagen dat ik mijzelf weer eens wijs heb gemaakt</span><span style="font-size: 11pt;"> </span><span style="font-size: 11pt;"> </span><span style="font-size: 11pt;">dat de wereld maakbaar is. Dan schrijf ik het bord vol met consciëntieuze doelen, leg ik alles wat ik nodig denk te hebben in de juiste volgorde klaar, zoek ik op het Digibord vast alle lessen van de dag op en sta ik precies op tijd klaar om mijn leerlingen een hand te geven. Deze juf heeft alles onder controle. En dan komt er ineens de klad in. Eerst langzaam.. de moeder van Lars wil persé iets vertellen wat Heel Belangrijk is, de conciërge komt met de telefoon over iets dat Niet Kan Wachten, Tim en Zoran rollen met verhitte hoofden over de gang. Vervolgens zet de neergang in: er hapert iets bij de begeleiding van het Voortgezet Lezen, de WiFi valt uit, het Digibord wil niet meer voor of achteruit. En voor ik het weet verslindt de waan van de dag mijn hele effectieve planning met huid en haar. Qua haperingen kan ik er trouwens zelf ook wat van. Zo kan ik bijvoorbeeld rustig de komst van de schoolfotograaf vergeten hebben. Erg slim is dat niet want ik had haar komst goed kunnen aflezen aan al die net te strak getrokken scheidingen in het haar en de veel te uitvoerig opgemaakte kapsels maar de doelgerichtheid van een goede lesvoorbereiding benam mij het zicht op dat wat overduidelijk voor mijn neus lag. Ook de binnenkomst van een onderwijsassistent kan mij geheel overvallen. Wat? Nu? Ja het is dinsdag, ik kom voor de rekengroep. O ja. En daar gaat het groepje rekenaars dat de instructie die ik net had willen geven eigenlijk niet kan missen. Het kan ook zijn dat een deel van groep vijf bij de rekenles de voorkennis over ‘het aanvullen tot het volgende tiental’ helemaal kwijt is. Gisteren ging het nog prima maar vandaag is het weg. Mijn mooie doel ging</span><span style="font-size: 11pt;"> </span><span style="font-size: 11pt;"> </span><span style="font-size: 11pt;">over honderdtallen. O, ze zien wel aan me dat ik dit verloop van de les niet in gedachten had: die net iets te ongeduldige toon, die lichte wanhoop in mijn stem. Nou ja vooruit dan maar, zeg ik, dan maar een stapje terug. Terug? In sommige ogen is paniek zichtbaar, andere leerlingen krijgen een bezweet neusje of besluiten naar de wc te glippen. Wie wil er nou terug? De les duurt te lang. De combinatiegroep is allang aan de beurt voor de les die staat te wachten in de taakbalk van het Digibord. Met enige weemoed kijk naar mijn keurige doelenbord. De werkelijkheid laat zich niet zo snel in een model gieten. ‘De landkaart is niet het gebied’, concludeerde Alfred Korzybski, grondlegger van de Algemene Semantiek, al. Nee vertel mij wat, denk ik, terwijl ik het bord uitveeg.</span></div>
<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
<o:p></o:p></div>
<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
<br /></div>
<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
<br /></div>
<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
<br /></div>
<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
<br /></div>
<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
<br /></div>
<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
<br /></div>
Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com1tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-10510872148500193842019-12-03T10:58:00.001-08:002019-12-03T10:58:25.587-08:00Column. Betrapt.<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
Naast me staat Marek. Hij legt het mapje met werk dat hij tijdens de lessen ‘werken aan de weekagenda’ gemaakt heeft, voor me neer. Ik controleer de inhoud. Hij wiebelt van zijn ene voet op de andere en zijn wangen zijn wat rood. Redenen voor een doorgewinterde juf om goed op te letten. Dus blader ik aandachtig door de map en kijk het zorgvuldig na. Bij het rekenwerk zie al in de eerste rij dat er niets van klopt. Het werk ziet er keurig uit maar de meeste antwoorden kloppen niet al zitten ze dicht tegen het juiste antwoord aan. Het is allemaal nogal geslepen gedaan en dat is des te onbegrijpelijker omdat Marek goed kan rekenen. Waarom heb je dit gedaan, vraag ik. Hij kijkt me uitdrukkingsloos aan. Ik herhaal de vraag. Het antwoord blijft opnieuw uit. Hij draait zich zelfs half van mij af. Had je geen zin? Nee, zegt hij. In zijn ogen is geen enkel teken van verantwoordelijkheid, schuld of schaamte zichtbaar. Hij lijkt alleen te balen van het feit dat ik het ontdekt heb. Ik ken deze jongen niet, stel ik verward vast, al zit hij al tijden pal voor mijn neus. Ik heb in deze groep een paar notoire druktemakertjes succesvol in een groepje geïntegreerd maar met Marek maak ik geen noemenswaardige vorderingen. Steeds opnieuw moet ik hem zijn tafel apart laten schuiven omdat hij iedereen van het werk houdt. Niemand houdt het lang naast hem vol. Al zijn handelingen spelen zich in stilte af maar zijn uiterst irritant voor zijn omgeving, hij zoekt onophoudelijk contact: met zijn voet, met clowneske gebaren of door letterlijk de mouw van de buurman vast te pakken en daar steeds opnieuw aan te trekken. Ben ik niet leuk? Ben ik niet grappig? Kijk mij eens gek doen! Het helpt niet als zijn groepsgenootjes boos worden, of wanhopig of domweg bot de andere kant op staren. Zij hebben net zoveel moeite met het begrijpen van zijn gedrag als ik. Alleen hebben ze vaak wel wat meer geduld. Het wordt hem allemaal snel vergeven. Hij is beslist niet eenzaam en wordt nooit buitengesloten. Er valt alleen niet naast te zitten. Dat hij het Nederlands maar matig beheerst is ongetwijfeld deel van het probleem. Het verklaart echter niet alles. Er zitten meer leerlingen in de klas die in een diep gat tussen twee talen zijn gevallen maar die gedragen zich echt niet zo. Bij Marek speelt nog iets anders. Iets dat ik niet doorgronden kan. Hij is trots op zijn rekenresultaten maar niet trots genoeg om het werk naar behoren te maken. Ik wil dat je alles verbeterd, zeg ik boos. Hij knikt. Na 10 minuten ligt het op mijn bureau. Er zit geen fout antwoord tussen.<o:p></o:p></div>
Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-8248759060463906932019-11-02T04:21:00.004-07:002019-11-02T04:21:38.329-07:00Column. Slordig<div class="MsoNormal" style="-webkit-text-size-adjust: auto; font-family: Calibri, sans-serif; font-size: 11pt; margin: 0cm 0cm 0.0001pt;">
Ik word soms een beetje vergeetachtig. Zo weet ik regelmatig niet meer in welke map ik iets moet bijhouden. Zorgmap hier, groepsmap daar, Parnassys op de computer, ik haal de hele boel door elkaar. In verband met de privacy moet ik ook nog het een en ander achter slot en grendel opbergen zodat ik regelmatig verwoed op zoek moet naar de sleutel die mijn collega kwijt gemaakt heeft. Althans dat denk ik, maar het kan ook zijn dat ik het zelf gedaan heb want dat ben ik dus vergeten. Vanwege de doorgaande lijn, de effectiviteit en de strenge ogen van de grote groep toezichthouders die achterin mijn klas op een denkbeeldige sofa hebben plaatsgenomen word ik geacht dagelijks bij te houden welk moeizaam lerend dan wel vreedzaam suffend lieverdje mijn doordachte en zeer effectieve instructie andermaal niet begrepen heeft. Gek genoeg hoor ik die bevindingen bij te houden in de map die voor de hele goegemeente zichtbaar op het bureau ligt. Zodat de schoonmaakster er elke dag een blik op kan werpen. Een van die toezichthouders adviseerde mij ooit eens om mijn observaties een beetje slordig te administreren. Sterker...het zou mij zelfs sieren als ik het waargenomene schots en scheef in de map zou pennen. Het getuigt immers van een grote toewijding om al slippend halt te houden bij het bureau om vliegensvlug te noteren dat Bart-Jan, Mila en Sam ander maal tobberig naar hun lege wisbordjes hebben zitten staren. En dus trek ik dagelijks sprintjes naar het bureau om maar geen tijd verloren te laten gaan. Tijd verloren laten gaan, stel je voor! Ik kalk hier en daar wat neer over de opbrengst van de les: bij de tafel van 6 halen Lars en Sjors alles door elkaar, bij het opzeggen van het alfabet hakkelen Stef en Luuk er maar wat op los. Daarna trek ik woeste pijlen van links naar rechts om geschikte momenten voor verlengde instructies aan te wijzen. Het kost me soms heel wat moeite om zo artistiekerig te kliederen want van nature ben ik nogal netjes maar ik maak deel uit van een lerende organisatie dus vooruit met die geit. Vooral in Parnassys ben ik regelmatig de weg kwijt. Er zijn schier oneindige mogelijkheden om het een en ander vast te leggen. Elke keer als ik door dit notitie-doolhof dwaal, denk ik: zou iemand dit ooit nog eens nalezen? En als dat zo is, wordt er dan één zode mee aan de dijk gezet? Ik hoop van wel maar denk van niet. Al dat administreren is allemaal gebaseerd op de aanname dat in dit leven alles ergens vandaan komt en altijd ergens naar toe moet. Opwaarts zullen wij gaan. Soms gaan we dat ook. Vaak ook niet.<o:p></o:p></div>
Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-16250659917135792622019-09-30T09:41:00.001-07:002019-09-30T09:43:33.180-07:00Column. RavageHet speet me niks dat het een na het andere gezin de camping verliet omdat in andere regio’s de scholen weer begonnen, ik heb het namelijk niet zo op kinderen in de vakantie. Het betekende wel dat ik nu tussen de bejaarden zat. Lekker rustig, dacht ik aanvankelijk. Dan kan ik eens doorlezen in plaats van steeds mijn benen op te moeten tillen voor een langsscheurend fietsje of verschrikt op te kijken vanwege onverwacht gekrijs. Maar al snel zag ik wat het eigenlijk betekende om bejaard vakantie te vieren op een camping: traag op gang komen, precies om twaalf uur op de fiets stappen, puffend terugkomen met heldhaftige verhalen over de afstand die afgelegd is. Helemaal naar Raalte mijnheer? Ja helemaal naar Raalte mevrouw. En vervolgens allemaal gezellig tegelijk eten met de pannen op tafel. Ik besloot dat ik er nog lang niet aan toe was om hier deel van uit te maken en spoedde me naar school. Onbekommerd, opgelucht en vastbesloten alleen nog maar bejaard te zijn op papier. Die opluchting verdween als sneeuw voor de zon toen ik de ravage aanschouwde die het schoonmaken van de vloeren ieder jaar met zich mee brengt. Kennelijk ben ik in staat om keer op keer te vergeten hoe erg het elk jaar weer is. Goed, tien jaar geleden was het erger, toen zat ik geen enkel systeem in de aanpak het schoonmaakbedrijf en waren alle stoelen, tafels en kasten lukraak terug gezet zodat we het schooljaar vrolijk begonnen met elkaar snibbig toe te spreken: je hebt mijn kast! Nee hoor, hoe kom je daarbij. Maar ik had helemaal niet zo’n gammel geval als nu in mijn klas staat! Zeg waarom heb je eigenlijk mijn plant gepakt? O, ik dacht dat ie van niemand was, hij stond in het kamertje. Dat is nu niet meer zo. De spullen zijn niet door elkaar geraakt maar wel torenhoog opgestapeld en we worden geacht dat terug te zetten met een team van alleen maar vrouwen. En terwijl ik daar stond te slepen, te trekken, te duwen en te tillen (zodat de vloer in een ommezien weer de oude vertrouwde aanblik bood vanwege dit gezeul) vroeg ik mij af: bij welk beroep gebeurt dit nog meer? Waar zet het personeel zelf de bureau’s en de kasten terug na een schoonmaak. Waarom accepteren we dit toch allemaal zo makkelijk? Na dagen slepen werd ik in het weekeind wakker met hevige spierpijn en een oververmoeid lijf en verlangde ik hevig terug naar de rust op de camping. Ik wilde naar Raalte. Jazeker. He-le-maal naar Raalte. Op identieke fietsen. En dan ‘s avonds gezellig met de pannen op tafel.<br />
<br />Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-27342191852801822962019-09-03T10:07:00.003-07:002019-09-03T10:07:36.312-07:00Column. OudHet is erg aan te bevelen om oud te worden in dit vak. Zelfs de grootouders van mijn leerlingen zijn tegenwoordig een stuk jonger dan ik en dat gegeven biedt beslist nieuwe handelingsmogelijkheden. Het zijn namelijk op mijn leeftijd allemaal (voormalige) leerlingen geworden. Dus adviseer ik de ene keer een ouder moederlijk: het is niet handig om zo boos binnen te komen mevrouw de Wit, voor u het weet krijgt u niets meer voor elkaar bij mij. De andere keer sla ik mijn armen over elkaar op een wijze die ik voorheen niet voor mogelijk hield: als u echt denkt dat dit waar is mijnheer Bakker moet u beslist een klacht indienen. Dus loop maar door naar de directeur. Misschien moet u ook nog even langs het bestuur en de burgemeester! Daar waar ik vroeger nog wel eens voor de gevolgen van irrationeel opererende ouders vreesde, trek ik nu een dikke streep. Tot hier en niet verder. Al dat gedoe komt na al die jaren ook allemaal veel minder hard binnen. Grappig genoeg trek ik ook steeds meer een streep onder mijn eigen gedrag. Waarom steeds narrig worden over hetzelfde? Dus toen de intern begeleider mijn lokaal binnen stapte op het moment dat er een grootscheepse interne verhuizing van start zou gaan en ze een stapeltje gele post-it briefjes op mijn bureau legde, bleef ik doodkalm zitten. Ze vroeg of ik voor 12 uur nog even een aantal ‘successen’ van het vorige schooljaar en ‘kansen’ voor het nieuwe schooljaar op wilde schrijven zodat zij haar werkzaamheden af kon ronden. Een jongere versie van mij zou haar beslist duidelijk gemaakt hebben dat het raadzaam was om snel met succes het lokaal te verlaten aangezien ze de kans liep de post-it briefjes op haar hoofd terug te vinden. Maar tot mijn verbazing deed ik niets van dit alles. Ik pakte de gele papiertjes rustig aan en pende ze achter elkaar vol. Een beetje obligaat weliswaar en met de diepgang van een platbodem, de horden tafelverhuizers en kasten-uitruimers rammelden al aan de poort, maar ik deed het. Per slot moet zij ook haar werk doen. Kortom, ik laat mezelf om de haverklap versteld staan nu ik oud word in dit vak. Ik kan het dan ook iedereen aanraden om het flink vol te houden. Het wordt op deze manier beslist leuker. Nou ja..een reactie blijft helaas hetzelfde: verhuizen met groep 3 is het allerergste dat bestaat. Niks horen ze. Niks brengen ze. Chaotisch dribbelen ze van het kastje naar de muur en verdiepen ze zich alleen in de bijzaken. Honderd keer moet je hetzelfde vragen en nog blijven die laatjes vol. Ik beschik nog steeds maar over een antwoord op dit gedrag: dikke wanhoop.Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-7061738615395434142019-07-04T09:47:00.002-07:002019-07-04T09:47:23.721-07:00Column. Wonderlijk.Het is prachtig om te zien. Vooral omdat het zo groot in beeld komt op het scherm. De leerlingen kijken er doodstil na. Gefascineerd zien we hoe een doodgewoon rupsje, zo eentje die regelmatig met boomblaadjes en al de klas ingesleept wordt, zich ontpopt in een prachtige vlinder. Ah….klinkt het het hier en daar vertederd. De mond van Dave valt zelfs even open. Dan zie ik Tara. Ze gaapt, rekt zich uit en kijkt verveeld naar buiten. Tara, let eens op, gebied ik. De klas schrikt op. De betovering is verbroken. Ik heb er meteen spijt van. Het is een Pavlov reactie, ik zou beter kunnen doen alsof ik het niet gezien heb. Maar ik vind het zo wonderlijk. Je bent 7, ziet zoiets moois en je gaapt..je gaapt! Maar verwondering laat zich niet op commando oproepen. Dat zou ik nou eens moeten weten. Wonderlijk is ook het eerste woord dat me te binnen schiet als ik naar het gedrag van Dave en Donnie kijk. Uit een sociogram blijkt dat ze geen connectie hebben met de rest van de klas. Het is niet moeilijk om te zien waarom dat zo is. Dave en Donnie zitten opgesloten in een wereld die alleen zij zijzelf kennen. Een vrolijke, kleurrijke wereld maar voor invloed van buiten is niet veel plaats en autoriteit wordt maar moeizaam erkend. Het heeft even geduurd voor ik dit doorhad want het zijn slimme knaapjes met lieve toetjes en echt tarten doen ze me nooit. O jee moet dit werk af dan? Vandaag nog? Goh, helemaal niet gehoord. Oh, hadden we eigenlijk moeten rekenen…echt? Er zit niets anders op dan hardnekkig in beeld staan. Deze inbreuk in hun dromerige, eigenzinnige en ondoorgrondelijke wereldje is een grote schrik voor beiden. Tranen wellen op, beloftes worden gedaan maar beklijven doet het amper. Ik ben een hinderpaal en wordt doorlopend stilletjes ondermijnd. Maar de eerste plaats voor wonderlijk gedrag is toch voor Lars. Lars heeft namelijk nooit wat gedaan. Ook niet als we zojuist met ons vierentwintigen gezien hebben dat hij wel wat gedaan heeft. Pardoes. Voor onze neus. Hij kan er echter niet over uit dat hij tegengesproken wordt en blaast zich op terwijl een repeterend ‘niet waar’ ons om de oren vliegt. En daar zitten we dan met ons allen. Licht verbijsterd, lacherig maar toch ook wel resoluut: geef nou maar toe. We zagen het zelf. Maar nee, daar laait de wanhoop over deze vermeend onterechte beschuldiging weer huizenhoog op. ‘Ik deed dat niet’. Ga maar aan het werk, maan ik de klas. Dan wacht ik vijf minuten. Was je het? ‘Een beetje juf’. Nog eens vijf minuten later. Had je het gedaan? ‘ Ja juf’.Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-59532822470979086192019-06-03T12:24:00.001-07:002019-06-03T12:24:20.497-07:00Column. Woorden.Er wervelt een nieuwe hype over de scholen: maak leren zichtbaar. Sindsdien tuimelen de woorden van alle muren in de klaslokalen. Er worden monsterlijk grote whiteboards opgehangen, vele taal posters besteld en ingelijst en vanzelfsprekend wordt er ook veel zelf geknutseld en geplastificeerd want dat we leerkrachten zijn dat zullen we weten. Om maar zoveel mogelijk woorden op die whiteboards kwijt te kunnen worden ze met tape in kleine vakken verdeeld. Deze vakken worden vervolgens helemaal volgeschreven en daar waar de zijkant onherroepelijk in beeld dreigt te komen golft het geschrevene vaak naar beneden want het is ondenkbaar dat men zich bij het zichtbaar maken zou beperken. Wellicht gaat er anders een heel Belangrijk Woord verloren. Er zijn databorden,lesdoelenborden, kanjerregelsborden, leesmeterkaarten, schrijfstapborden, leessleutelborden, kaarten met spellingsregels. Borden voor succeservaringen, motivatiemeters, hoe-voel-ik-mij-vandaag en ..jawel..hier is ‘tie weer: borden voor eigenaarschap. Ook worden er tips opgehangen voor zelfevaluatie en wat-doe-ik-als-ik-vastloop. Je hoeft maar even wat rond te klikken op Pinterest of je stuit al op een wildgroei van woorden..want na verloop van tijd is het alleen nog maar dit: een verzameling lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige naamwoorden en werkwoorden. Bij zo’n overvloed gaat de betekenis verloren. Alexander Pope schreef: ‘Woorden zijn als bladeren en waar ze het dichtst groeien, treft men er zelden veel vruchten van verstand onder aan’. En zo is het. Wat moeten onze leerlingen ermee? Maken we onszelf niet maar wat wijs met al die holpraat die doelgerichtheid suggereert maar chaos bewerkstelligt. Waar moeten die kinderen het eerst kijken, en hoe vaak en wanneer? Je hangt het hele lokaal vol met taal en denkt dat er geleerd wordt. Er wordt een doorgaande lijn gecreëerd die niks betekent. Die hooguit wat niets in de leegte giet. Het Ergste Bord dat ik tegen kwam was het complimentenbord: geef ieder kind minstens een compliment en kruis dit aan, stond er plompverloren, kruis ook aan van wie je nog geen compliment ontvangen hebt. (Zeg Anne, je hebt me nog geen compliment gegeven. Mooie broek Kim. Dank je, dan kan ik een kruisje zetten.) Nee, met zoveel kunstmatigheid komt het wel goed met de wereld. Want wat is de uitkomst? Holle vriendelijkheid. Maar ik geef het toe, je kunt het als doel aanmerken. En aan alle doelen, hoe mal ook, kun je een doorgaande lijn verbinden en die dan fijn gaan monitoren, bewaken en protocolleren. En dat is natuurlijk een zegen voor derden. Zij die hun geld verdienen met deze taken kunnen nu heel mooi alles in kaart brengen vanuit hun positie achter in de klas. Zij kunnen heel veel woorden verzamelen: bemoedigende, strenge, dolende en lukrake en die ‘borgen’ in dossiers. Opdat wij ons ontwikkelen, zowel als eigenaar als in gezamenlijkheid. Heel doelmatig, in opwaartse lijn, tot in de eeuwigheid.Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-56930740159253132822019-05-07T08:52:00.001-07:002019-05-18T01:34:04.511-07:00Column. Retoriek.Ik voel me altijd een beetje een muts als ik de regel van de week naleef. Ik doe dan namelijk niets anders dan ik altijd al doe, alleen nu met enige nadruk. Dat is het probleem met het actief toepassen van regels: ze liggen zo voor de hand. Dit keer is de regel: we houden de school netjes. Op het moment dat ik begin te wijzen naar propjes, potloden en gummetjes die tot dat moment een avontuurlijk leven geleid hebben op de vloer van het lokaal, voel ik me geen juf die graag een opgeruimd lokaal heeft maar een uitvoerder van regels. En dat is toch net even iets anders. Elke week een andere regel centraal stellen in een schooljaar van veertig weken werkt niet. Die regel van de week wordt dan de regel van, pak ‘um beet, drie weken en een dag. En zestien schooldagen refereren aan dezelfde regel is mutserig in het kwadraat. Hetzelfde geldt voor het feestelijk onthullen van het zonnetje van de week. Er liggen louter goede bedoeling aan deze regel ten grondslag maar eenvoudig is het niet. Als iedereen de mogelijkheid heeft om zo’n twee keer per jaar de hele week een zonnetje te zijn dan nivelleert dat het shine- gehalte behoorlijk. Leerlingen mee laten beslissen in de keuze van het zonnetje is een heikele aangelegenheid want als leraar wil je niets liever dan dat ook die ADHD-leerling, ook die ruwe bolster, ook dat kleine stokebrandje de vormende en lavende werking van deze bijzondere positie ervaart maar ja, die hebben hun medeleerlingen zojuist nog omver gelopen of aanmatigend verkondigd dat deze of gene vandaag niet mee mag spelen met het ‘groepje’. Dus loop ik maar plichtmatig de namenlijst af, tenminste…als ik aan dat zonnetje denk. Want dat is een nare gewoonte van me: ik vergeet zulke afspraken. Ze raken aan iets wat ik niet wil zijn als juf. Het zijn voor mij gewoon elke dag allemaal zonnetjes, behalve als ze persé niet mee willen werken aan dat mooie beeld. En ook voor de leerlingen zelf is het enigszins onwaarachtig om elkaar in dit licht te zien. Uitgeverij Zwijssen weet trouwens ook raad met zonnetjes. Ze bewaren deze categorie voor de goed presterende leerling in groep 3. Die leest en werkt in een zonboekje. De andere leerlingen lezen en werken in maanboekjes. Dat is droevig want maantjes schijnen niet. Met een beetje mazzel schiet er een zon te hulp. Dan is er ook nog een categorie kanjers en toppers de school binnen geslopen toen ik even niet oplette. Waarom toch deze niet aflatende wens om holle retoriek een prominente plaats te geven in de scholen? Kanjers, toppers, zonnetjes, maantjes alsmede al te kunstmatige nageleefde regels….het raam uit. Het liefst nu.Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com1tag:blogger.com,1999:blog-2779626061943257152.post-18970741849743768752019-04-01T10:45:00.002-07:002019-04-01T10:45:39.533-07:00Column. Nog even.Als ik me omdraai zie ik dat Alina uit groep 3 een onzekere blik in mijn richting werpt terwijl ze driftig op haar potlood kauwt. Ik kom er zo aan, zeg ik. Ze kijkt me lusteloos aan en knikt. Naast haar zit Thomas. Hij tekent. Ben je al klaar, vraag ik. Hij schudt schuldbewust zijn hoofd en opent snel zijn werkschrift. Thomas en Aline werken al sinds het begin van het jaar met een apart rekenprogramma, onder begeleiding van het Samenwerkingsverband en met inzet van een onderwijsassistent. Het heeft me verbaasd dat leerlingen al bij de start van groep 3 op een zijspoor -want dat is het toch- kunnen worden gezet. De begeleiding van deze leerlingen is op papier redelijk in orde. Er is een plan, er is overleg en soms wordt er een kist met materialen naar binnen geschoven. De praktijk houdt natuurlijk geen rekening met deze mooie plannen. De onderwijsassistent is regelmatig elders in de organisatie gaten aan het vullen en de intrinsieke motivatie, dat mooie instrument waar vooral leerlingen in groep 3 nog zo heerlijk over beschikken, is het eerste dat verloren ging toen Thomas en Aline losgekoppeld werden van hun omgeving. Deze leerlingen kunnen eigenlijk niet zonder constante begeleiding. Maar dat geldt ook voor veel anderen: in groep 3 huizen ook een aantal stuiterballetjes met een fascinatie voor het toilet en de benen van de buurman alsmede een tweetal wanhoopjes die al problematisch kijken als ik het woord ‘zelfstandig’ in de mond neem en een aantal racefanaten die al ‘klaar’ roepen voor ik de opdracht goed en wel heb uitgelegd. (Een uitroep die trouwens geen verband met de werkelijkheid hoeft te hebben). Ik kom er echt zo aan, roep ik nog een keer bemoedigend, terwijl ik de verlengde instructie aan groep 3 afsluit en ik mij naar groep 4 spoed. Daar zitten drie dametjes al tobberig op me te wachten, naast hen zit een spring-in-het-veld die er eigenlijk van overtuigd is dat hij geen verlengde instructie nodig heeft en de rij wordt gesloten door een vriendelijk doch ietwat glazig kijkend jongetje die steeds maar humt dat hij het snapt. De uitleg duurt dan ook langer dan verwacht. Bijna, roep ik nogmaals naar Aline en Thomas, nog heel even hoor. Ik controleer snel het werk van Tim en Lucas die plus-werk maken, maan hier en daar wat leerlingen tot spoed, verwissel stoplichten, wijs op vraagblokjes, haal Sean van het toilet, start een vastgelopen computer opnieuw op en loop dan eindelijk naar de leerlingen met dat mooie aparte programma waar ze nog hun hele schoolloopbaan mee door moeten. Thomas heeft zijn tekening er maar weer bijgepakt en Aline heeft inmiddels een touwtje in haar handen waarmee ze figuren maakt. Kijk eens juf…een kop en schotel! Dan zie ik ineens hoe laat het is.Inge Braamhttp://www.blogger.com/profile/06959453756867942613noreply@blogger.com0