dinsdag 3 november 2020

Column. Reflex

Ik lees in het boek De BourgondiĆ«rs van Bart van Loo over de overdadige banketten op de hertogelijke hoven in de 14e eeuw. Van Loo laat werkelijk geen detail onvermeld. Mijn eerste gedachte is dan ook dat ik de leerlingen hier over moet vertellen. Het is een oude reflex. Een verdachte reflex inmiddels want even daarna dringt zich de gedachte op: is zo’n les wel effectief genoeg? In deze tijd waar doelmatigheid het onderwijskundig handelen bepaalt zijn dit soort opwellingen niet gebruikelijk meer. Ik denk soms met enige verbazing terug aan de tijd dat ik een rekenles zomaar stopzette en inruilde voor een les perspectief tekenen omdat ik zag dat mijn instructie tot veel wanhoop en frustratie leidde en ik op dat moment geen ander antwoord had dan chagrijnig ongeduld. Of die keer dat ik zoveel details opdiste over de wijze waarop men in de middeleeuwen (onheuse) bekentenissen afdwong dat een paar meisjes halsoverkop naar de gang vluchtte terwijl andere leerlingen steeds verder naar voren kropen om maar geen woord te hoeven missen. Horror in het klaslokaal. De juf in een slasher movie. Met al die onaangekondigde flitsbezoeken van het hedendaagse management zou de stapel bewijzen voor mijn disfunctioneren snel stijgen: ‘trof juf B aan met een naar adem happende klas toen zij op sinistere wijze een verhaal vertelde waarin de deksel van een put tergend langzaam naar beneden zakte terwijl de gevangene die zich daaronder bevond zich steeds kleiner maakte. Op het rooster stond echter een spellingsles gepland! Het doel stond nergens beschreven.’ Of: ‘het flitsbezoek heeft vandaag niet plaats kunnen vinden omdat desbetreffende klas onvindbaar is’. Deze overpeinzingen bij het boek van van Loo maakten dat ik mij plotseling realiseerde dat toch gebeurd is waarvan ik nooit dacht dat het zou gebeuren: ik pas niet meer in deze tijd. Ik ben er langzaam uitgegleden. Het  is niet de overmaat aan administratie die mij genekt heeft, het is niet de eis om effectief les te geven die mij doet struikelen, ook al dat gestaar en geschrijf van een hele stoet beoordelaars achter in de klas kan ik best verdragen, nee het is de rigide opvatting om tegenwoordig  werkelijk alles ondergeschikt te maken aan die doelmatigheid waarover ik gevallen ben. Wat je niet kunt meten hoeven leerlingen kennelijk niet meer te weten. Het resultaat? Een toegenomen kans op liefdeloos ingerichte klaslokalen en slaapverwekkend voorspelbare lessen. Het een hoeft helemaal niet zonder het ander. Verhalen vertellen, zingen, spelen, maken, verwonderen, onderzoeken, fantaseren, ze zijn het kind van de rekening. En dat terwijl ze de plezierige eigenschap hebben dat ze het doel in zichzelf vinden. Niemand kan zonder. Zeker kinderen niet. Als deze overtuiging betekent dat ik niet meer in deze tijd pas… jammer voor de tijd.