dinsdag 30 juni 2020

Column. Online.

Dat gestaar naar mezelf is het eerste dat verveelt. Het leidt ook af. Alsof er aan het gesprek een vreemde mee doet die me ergens bekend voorkomt. Er vallen mij teveel rare dingen aan die onbekende bekende op. Gesticuleer niet zo, denk ik vermoeid, kijk eens wat directer in de lens, wat  zit je haar trouwens raar vandaag. Videobellen is geen pretje. In een een-op-een gesprek gaat het nog wel maar een vergadering op deze wijze..pfff…teveel ruis, te weinig focus. Erg doortimmerd kunnen de besluiten zo niet zijn. Gesprekken met individuele leerlingen gaan het best. Tenminste met de meesten dan. Met Sören is het een kwelling. Hij zegt namelijk niks. In de klas zijn de gesprekken met hem meestal ook al niet al te uitgebreid maar nu praat hij alleen maar via zijn moeder en die heeft, heel verstandig, de kamer zojuist verlaten. Om die reden kijkt hij half weggedraaid gefixeerd naar de deur in de hoop dat ze weer naar binnen stapt. Nee, ze komt niet jongen, zeg ik, steeds vileiner naarmate de stilte aan zijn kant langer duurt. Uiteindelijk verlies ik het. Haal haar maar op, kreun ik ten langen leste. Hetgeen hij vliegensvlug doet. Ook met Judith gaat het gesprek online stroef. In de klas is het een vrolijke flapuit maar nu staart ze steeds naar een punt boven de lens van de camera waar haar moeder zich kennelijk bevindt. Uhm, zegt ze op simpele vragen, uhm…..om dan vervolgens met een kort en weinig zeggend antwoord te komen. Het is niet te geloven hoe snel ik trouwens dat online leren onder de knie heb gekregen. Technisch gezien dan. Ik val mijzelf echt reuze mee. Inhoudelijk is het echter een heel ander verhaal. Wat dat betreft is het een zegen dat het na 6 weken stopt. Al die herhalingsoefeningen, al dat vertrouwen op goede begeleiding van overbelaste ouders, de daling van de IC opnames komt precies op tijd. In een razend tempo krijgt de 50 % school zijn beslag en in een zelfde vliegende vaart worden even daarna weer volledige schooldagen gerealiseerd. Het is het raarste jaar uit mijn loopbaan. Dat geldt ongetwijfeld voor iedereen maar het is voor mij vooral zo raar omdat ik sinds maart geen leerling meer in levende lijve heb gezien. Ik zit in die suffe risicogroep. De club die ontzien moet worden en daardoor maar half leeft. Het is saai zonder leerlingen. Het contact met leerlingen is het enige dat er toe doet in dit vak. Zonder hen wordt alles formalistisch en geestdodend. Maar ja, een half leven is altijd nog beter dan geen leven. Dus ga ik maar weer achter het scherm zitten om een Belangrijk Beleidsplan te schrijven of wat hier en daar wat te vergaderen.

dinsdag 2 juni 2020

Column. Onderliggend.

Als ik even voor negen uur op de link van MEET klik val ik midden in een Poolse Landdag. Veel leerlingen zijn al gezellig met elkaar in gesprek. Er is veel hilariteit vanwege Rens die er in geslaagd is zich digitaal als paashaas te vermommen. Waar kun je dat vinden op het internet, klinkt het opgewonden, dat wil ik ook. Ha, daar is de juf. Hallo juf! Hoe gaat het met u? Ik slaag er met moeite in mijzelf verstaanbaar te maken want ondanks de technische mogelijkheid om hun microfoons uit te schakelen gebeurt er niets als ik op het symbool druk. Zouden jullie even allemaal tegelijk jullie mond dicht willen houden, kreun ik. Er zijn er maar weinig die mijn oproep horen. Net als in de klas veroorzaken juist de gehoorzamen of zij die daar voor door willen gaan de meeste herrie: stil nou, de juf wil wat zeggen. Ju-li-a! Stil nu! Kar-sten! Houd nu even je mond! Houd zelf je mond, klinkt het ergens uit digitaal nergensland. Als ik eindelijk kans zie om iets te zeggen klinkt er ineens ergens een boormachine, gevolgd door vogelgezang, achter Sam kruipt zijn moeder op zo’n merkwaardige wijze door het beeld dat ik even stil val. Onmiddellijk ziet Rens zijn kans schoon om in een andere outfit voor de camera op te doemen. O, die wil ik ook! Waar vind je die dan? Als ik na een half uur het scherm uitzet ben ik net zo moe als wanneer ik een hele dag les heb gegeven. Goed dit moet ik dus  nog leren. Net als ik het inrichten van online lessen goed onder de knie heb moeten krijgen. Maar juist als ik denk dat ik het nu goed voor elkaar heb met dat thuisonderwijs - zinvolle herhalingslessen, creatieve opdrachten voor de afwisseling, alle leerlingen een device en dus letterlijk en figuurlijk in beeld- gaan we weer voor 50 procent naar school. De veranderingen buitelen over elkaar heen. Gelukkig blijven sommige dingen wel bij het oude. Op de achtergrond draaien de beste stuurlui, waaronder de Onderwijsraad, hun bekende riedel af: er worden achterstanden opgelopen en er moet dus aan de  vakanties van onderwijspersoneel getornd worden. Terwijl zo ongeveer de hele wereld rondzwalkt in onontgonnen territoria blijven zij stippen op de horizon zetten. Voort, voort, stelletje amateurs! Ondertussen raakt mijn rol als juf steeds meer uitgespeeld want terug naar school, dat kan ik even niet. Ik ben niet alleen oud maar ook in het bezit van iets onderliggends. De komende tijd is er alleen een rol als dor hout voor mij weggelegd. Ik blijf dus online. Dapper pogend mijn oude nek te verbergen voor volk en vaderland en in hoopvolle afwachting van een mogelijk nut.