dinsdag 3 december 2019

Column. Betrapt.

Naast me staat Marek. Hij legt het mapje met werk dat hij tijdens de lessen ‘werken aan de weekagenda’ gemaakt heeft, voor me neer. Ik controleer de inhoud. Hij wiebelt van zijn ene voet op de andere en zijn wangen zijn wat rood. Redenen voor een doorgewinterde juf om goed op te letten. Dus blader ik aandachtig door de map en kijk het zorgvuldig na. Bij het rekenwerk zie al in de eerste rij dat er niets van klopt. Het werk ziet er keurig uit maar de meeste antwoorden kloppen niet al zitten ze dicht tegen het juiste antwoord aan. Het is allemaal nogal geslepen gedaan en dat is des te onbegrijpelijker omdat Marek goed kan rekenen. Waarom heb je dit gedaan, vraag ik. Hij kijkt me uitdrukkingsloos aan. Ik herhaal de vraag. Het antwoord blijft opnieuw uit. Hij  draait zich zelfs half van mij af. Had je geen zin? Nee, zegt hij. In zijn ogen is geen enkel teken van verantwoordelijkheid, schuld of schaamte zichtbaar. Hij lijkt alleen te balen van het feit dat ik het ontdekt heb. Ik ken deze jongen niet, stel ik verward vast, al zit hij al tijden pal voor mijn neus. Ik heb in deze groep een paar notoire druktemakertjes succesvol in een groepje geïntegreerd maar met Marek maak ik geen noemenswaardige vorderingen. Steeds opnieuw moet ik hem zijn tafel apart laten schuiven omdat hij iedereen van het werk houdt. Niemand houdt het lang naast hem vol. Al zijn handelingen spelen zich in stilte af maar zijn uiterst irritant voor zijn omgeving, hij zoekt onophoudelijk contact: met zijn voet, met clowneske gebaren of door letterlijk de mouw van de buurman vast te pakken en daar steeds opnieuw aan te trekken. Ben ik niet leuk? Ben ik niet grappig? Kijk mij eens gek doen! Het helpt niet als zijn groepsgenootjes boos worden, of wanhopig of domweg bot de andere kant op staren. Zij hebben net zoveel moeite met het begrijpen van zijn gedrag als ik. Alleen hebben ze vaak wel wat meer geduld. Het wordt hem allemaal snel vergeven. Hij is beslist niet eenzaam en wordt nooit buitengesloten. Er valt alleen niet naast te zitten. Dat hij het Nederlands maar matig beheerst is ongetwijfeld deel van het probleem. Het verklaart echter niet alles. Er zitten meer leerlingen in de klas die in een diep gat tussen twee talen zijn gevallen maar die gedragen zich echt niet zo. Bij Marek speelt nog iets anders. Iets dat ik niet doorgronden kan. Hij is trots op zijn rekenresultaten maar niet trots genoeg om het werk naar behoren te maken. Ik wil dat je alles verbeterd, zeg ik boos. Hij knikt. Na 10 minuten ligt het op mijn bureau. Er zit geen fout antwoord tussen.