vrijdag 1 september 2017

Column. Werkvormen.

Ik heb er een handje van om achter de feiten aan te lopen. Zo duurde het een hele tijd voordat ik doorhad dat het houden van een kringgesprek passé is en alleen op maandagen voor weekeindvertellingen ingezet mag worden en hier en daar een Kanjer-training. Ik beschouwde het kringgesprek tot dat moment als de basis voor alle sociale interacties. Het nieuws kwam er voorbij, alsmede het melden van heuglijke en droeve gebeurtenissen, er werden misverstanden opgehelderd en nieuwe kleren bewonderd. Er was vooral sprake van veel vrolijkheid zodat we als vanzelf zin in de dag kregen. Maar goed, je past je aan en hobbelt mee met de tijd. (Nou ja ..enigszins).Daarna was het, ook dat was een slag bij heldere hemel, ineens wat abject om tijdens het geven van zaakvakken zelf veel aan het woord te zijn. Interactie was het nieuwe toverwoord. Ik had er vanaf het begin een hekel aan. Niet alleen raken leerlingen van tien op die wijze nogal eens off topic, ook blijft er op deze manier weinig over van de opbouw en de spanning van een vertelles. Maar goed, je past je aan en beweegt mee met de tijd. (Nou ja…enigszins). Vervolgens ging de klassikale instructie op de schop. Daar is best iets voor te zeggen behalve dat je op deze wijze zoveel instructie moet geven in een combinatiegroep (zes verschillende niveau’s en een handelingsplannetje hier en daar) dat  je na iedere rekenles uitgeteld in de touwen hangt. Maar goed, je past je aan en jaagt mee met de tijd. (Nou ja..) Totdat je leest dat gedifferentieerd onderwijs ongelijke kansen juist vergroot. Dus wacht ik nu op nieuwe missives. Vooral de wisselende opvattingen over het vak Begrijpend Lezen zijn niet bij te houden. De ene deskundige rept van het nut om leesstrategieën in te slijpen, de andere gruwt van deze uitholling van het leesplezier en een derde wil zelfs het hele vak bij het oud vuil zetten vanwege aangetoonde nutteloosheid. Ondertussen voorspel, activeer en model ik vanaf mijn kruk dat het een lust is totdat we van verveling allemaal van de stoel glijden. De laatste tijd verschijnen er echter weer onderzoeken waaruit blijkt dat al dat gebruik van leesstrategieën geen noemenswaardig effect heeft. Maar goed, je past je aan en wacht opnieuw op een aanpak waarvan men met misplaatste zekerheid meldt dat het prachtige 21ste -eeuwse vaardigheden oefent. Dan het rekenonderwijs. Dat arme rekenonderwijs waar al decennia lang een bijna sektarische strijd woedt tussen de aanhangers van ‘realistische’ methoden en hun tegenhangers.  Een strijd die voornamelijk slecht uitpakt voor tobberige leraren en tobberig rekenende leerlingen. Kan die strijd eens beslecht worden? Geef nu eens uitsluitsel…moet ik bij het aanleren van breuken nu in pizza’s blijven snijden tot het ons de neus uitkomt of mag ik een konijn uit de hoge hoed toveren? Maar ook hier geldt: je stuitert mee met de tijd. Maar ach, laat ik mijzelf niet zieliger voordoen dan ik ben. Ik hobbel en stuiter soms helemaal niet mee. Het is de kunst om je niet gek te laten maken en vooral met je team- en als dat niet lukt- zelf uit te maken wat werkt en wat niet werkt.  Goed en effectief lesgeven, een gelukkige klas…..het is tijdloos. Daar heb ik geen deskundige voor nodig. Dat weet ik zeker.

1 opmerking:

Een reactie plaatsen: