zaterdag 20 mei 2017

Column. Stille wateren.

Ties vertelt niet snel uit zichzelf een verhaal. Niet tegen de klas en niet tegen mij. Meestal neemt hij zijn moeder mee om het woord te doen. Als zijn moeder hem aanspoort om het zelf te vertellen aarzelt hij vaak lang. Het is dan ook een aangename verrassing als hij tijdens een wandelingetje van school naar een sporthal ineens naast me komt lopen en het woord neemt. Weet u dat ik vannacht om vier uur al naar Schiphol ga? Voor ik het weet vertelt hij ademloos over zijn plannen voor de vakantie. Het maakt niet uit dat ik intussen de groep twee keer een weg over laat steken en een keer flink tot de orde roep wegens gevaarlijk gedrag. Hij praat gewoon door. Na de vakantie blijkt dat deze woordenstroom beslist geen eenmalige actie was. Om half negen precies staat hij naast me om de klas te vertellen wat hij allemaal meegemaakt heeft. Hij is niet het enige stille water dat plotseling begint te stromen. Kathelijne is zo’n beetje het meest onopvallende meisje in de klas. Ze zal niet gauw toegeven dat ze het een en ander niet goed heeft begrepen, liever staart ze eindeloos in haar boek in de hoop op een wonder. Als ik echter een poppenkast in de ruimte naast het lokaal neerzet maak ik kennis met een hele andere kant van haar. Ineens staat ze in de pauze voor me met de vraag of zij binnen mag blijven om een verhaal in te oefenen. Ze heeft al iemand uitgekozen. Ik vind het goed. Na een week oefenen vraagt ze of de hele klas kan komen kijken. De hele klas, vraag ik verbaasd. Ja hoor, de hele klas. Als we binnen komen heeft ze alles klaar gezet. We kunnen zo gaan zitten. En dan begint het. Na een halve minuut zie ik het publiek verbaasde blikken uitwisselen. Wie zit daar in die poppenkast? Is dat Kathelijne? Ook ik kan het niet geloven en sluip zachtjes naderbij om een blik achter de poppenkast te kunnen werpen. Daar zit een onherkenbare Kathelijne vier poppen tegelijk te bespelen zonder de stemmetjes ook maar een keer door elkaar te halen. Het is topamusement. Topamusement is ook het woord dat de inhoud van de spreekbeurten van Ariane samenvat. Ariane is een heel rustig kind. Ze redt zichzelf goed, komt op de juiste momenten met een vraag en heeft altijd haar werk in orde. Totdat ze het tijd vindt om een spreekbeurt of een boekbespreking te geven. Dat doet ze zo graag dat ze zich vaak vrijwillig opgeeft. Als ze eenmaal op de hoge kruk voor de klas geklauterd is, ontpopt zich een groot verteller. Op precies het juiste moment springen de afbeeldingen die haar verhaal ondersteunen op het Digibord tevoorschijn. Ze kijkt niet eens achterom om te kijken of het wel goed gaat. Aimabel, goed geïnformeerd, boeiend, ze zou zo op achtjarige leeftijd een TED talk kunnen geven. En dan is Sacha er nog. Om Sacha maak ik me wel eens zorgen. Zo stil, zo tobberig met sommige lessen, zo in zichzelf gekeerd. Als ik vraag hoe het gaat, gaat het echter altijd goed. Sacha vraagt nooit aandacht behalve om te vragen of ze een klusje voor me mag doen. Die vraag heeft  een directe relatie met haar vriendelijke aard maar ook met het uitstellen van de grote klus waar ze mee bezig is. Op een dag zit ik ter voorbereiding van de muziekles zachtjes op mijn gitaar te spelen. Sacha legt een tekening op mijn bureau en kijkt me aan. Voor u, zegt ze lief, dan draait ze zich om en maakt zomaar uit het niets een sierlijk en blij dansje. 

vrijdag 5 mei 2017

Column. Werkdruk.

Er is veel te doen over de werkdruk in het onderwijs. Dat is niet voor het eerst. Eigenlijk begon het al in de jaren tachtig en negentig toen onderwijs vooral heel leuk moest zijn. Dat leidde tot schoolrommelmarkten op zaterdag, veel sportactiviteiten op woensdagmiddagen en veel aandacht voor workshops, disco’s, slaapfeestjes op school. De eerste jaren van deze eeuw kwam daar een reactie op toen scholen met missies, visies en onderwijsconcepten in de weer moesten om vooral onderscheidend te zijn. Hetgeen natuurlijk niet iedere school even goed afging. Onderscheid leidt als vanzelf tot winnaars en verliezers. De verliezers kwamen in de loop van de tijd hevig onder vuur te liggen toen de inspectie steeds hoger ging inzetten op de opbrengsten. Kortom: de werkdruk in het onderwijs heeft een directe relatie met een doordrammende samenleving en een steeds massaler leger aan beste stuurlui. Er is getracht de laatste jaren iets te doen aan die niet aflatende druk op leraren. Zo werden er taakuren ingesteld die ervoor moesten zorgen dat de taken eerlijk verdeeld werden zodat niemand boven een gestelde norm uitkwam. Dat hielp maar even. Als bleek dat er op deze wijze zaken bleven liggen die het bestuursleger van belang vond, ging het aantal uren dat voor een taak vastgesteld was rustig naar beneden. Op de pabo waar ik een tijdje werkte gingen deze uren zelfs brutaal door de helft. Ook moet je over een tamelijk pittig –wat zeurpieterig- karakter beschikken om steeds maar te roepen dat je aan je taks zit. Exit taakbeleid. Minder werken dan? Ik ken behoorlijk wat collega’s die daar uiteindelijk maar voor kozen. Ook als ze geen kinderen hadden. Tegenwoordig is 0,8 fte zelfs het nieuwe 1,0. Een ontwikkeling die te schandelijk is voor woorden. Bapo opnemen op je oude dag? In twee jaar tijd is er van mijn groot- bapo alleen de woensdagochtend over gebleven. Ik had eerst, inclusief de inmiddels afgeschafte ADV, anderhalve werkdag vrij. Minder sturen op de opbrengsten? De inspectie heeft aangegeven, op last van een meerderheid in de Tweede Kamer, een andere weg in te slaan. Dit geldt alleen voor scholen bij wie de opbrengsten in orde bevonden zijn. De focus van de inspectie is ook meer naar de besturen verschoven. De inspecteur of het bestuur in de klas…het maakt voor de werkdruk geen verschil. Dan Passend Onderwijs. De moeder aller werkdrukvermeerderaars. Niet alleen qua werk in de klas, ook qua besprekingen en administratie. Het is vrijwel niet mogelijk invloed uit te oefenen op deze logge, autocratische instantie. De directie dan?  Is die misschien gevoelig voor de stortvloed aan directieven die op de hoofden van hun personeel neerdwarrelt? O zeker. Maar hoe invoelend een directeur misschien wel mee willen denken, iemand die zelf niet meer voor de klas staat heeft altijd andere prioriteiten, wensen en verlangens. Verlangens die hij of zij kenbaar maakt op momenten dat jij al een hele dag voor de klas hebt gestaan.  De samenleving zelf dan? Overal vind je immers begrip voor de positie van de hedendaagse leraar…bij journalisten, bij ouders, bij politici. Allemaal nep, vrees ik. Er hoeft maar een misstand aan het licht te komen, pesten, sexting, meidenvenijn of de gratis lesprogramma’s zeilen de school binnen. Los op! Regel deze week nog! Nee collega’s, ik ben bang dat we alleen elkaar hebben. Maar dan moeten we wel even iets afspreken. In vervolg geen gezucht meer van: gaat Laura nu al naar huis? Doet Klaas wel genoeg? Wil Jannie al weer niet zus of zo? En ook geen opofferingsgezindheid meer aan de dag leggen: ach, dan doe ik dat wel. Geef niet hoor. Ik vind dat leuk. We trekken vanaf nu een lijn en die volgen we verbeten tegen alle druk in: dit is belangrijk dit schooljaar en dat niet. En we weten van geen wijken.