zaterdag 5 november 2016

Column. Allergieën.

Ik heb al een tijdje de app Beter Spellen op mijn iPad staan. Elke dag worden in deze app vier vragen over spellingsregels gesteld. Er zijn drie niveaus. Ik heb zonder mankeren het hoogste niveau ingesteld want spellen kan ik. Denk ik. Als ik toch fouten maak dan verbaas ik mij hogelijk. Is dat zo? Jeetje. Hoe dat zo? Onmiddellijk verdiep ik mij in de aard van deze fouten om vervolgens gerustgesteld te bedenken dat mijn fouten.. A niet zo erg zijn omdat ik te gehaast was, B veroorzaakt worden door de absurditeit van sommige spellingsregels, C ontstaan zijn omdat enkele spellingsregels even aan mijn aandacht waren ontsnapt. Ik betrek deze fouten nooit op mijzelf. Ik kan immers spellen. Het is  dan ook bepaald schokkend om te ervaren hoe anders het gaat als ik de app Beter Rekenen installeer. Om te beginnen besluit ik meteen om niet het hoogste niveau in te stellen. Ergens klinkt vanuit een ver verleden een stem dat het beter is om dit niet te doen. Die stem komt veel duidelijker door dan de meer voor de hand liggende overweging dat het dag in dag uit geven van rekeninstructie toch niet voor de poes is, qua kennis en zelfvertrouwen. Het is ook een tamelijk wanhopige stem die opklinkt uit de diepste krochten van mijn herinnering. Pfff. Rekenen dat kan ik niet. Denk ik. Elke keer als ik een fout maak, sla ik mezelf voor het hoofd. Stom, stom, stom. Om me daarna aangeslagen te realiseren dat ik deze fout gemaakt heb omdat ik… A niet goed nagedacht had, B de regel heb vergeten, C nog te stom ben om voor de duivel te dansen op dit gebied. En hup…daar gaat de app…weg ermee. In de prullenbak. Hier heb ik geen zin in. Daar ga ik niet aan beginnen. Ik heb me in al die veertig jaar echt wel gerealiseerd dat mijn geduld met zwakke rekenaars voortkomt  uit mijn eigen moeizame ervaring op dit gebied maar dat deze ervaring nog zo rauw onder de oppervlakte ligt, nee dat wist ik niet. Een dag later installeer ik de app opnieuw. Kom, zo snel laat ik me niet kennen. Nadat ik deze app er nog zeker drie keer resoluut afgegooid te hebben en vervolgens onmiddellijk weer opnieuw geïnstalleerd, vallen me een paar dingen op. Mijn allergieën betreffen: redactiesommen, oppervlakte berekeningen en het omrekenen van maat eenheden. Eigenlijk wel voor de hand liggend. Elke keer als ik bij mijn lesvoorbereidingen deze sommen zie staan in de handleiding wordt het mij droef te moede. Getverderrie. Wat een narigheid. Zou ik het over kunnen slaan? Het is precies dezelfde reactie die deze sommen ook bij sommige van mijn leerlingen oproept. Weerstand. Geen zin. Bahbahbah. Moet het of mag het? Elke keer als deze sommen opduiken bij de oefeningen van de dag, laat ik na wat ik mijn leerlingen altijd leer. Ik pak bijvoorbeeld geen uitrekenpapier en ik laat er geen oplossingsstrategie op los. Ik raad er soms maar wat na, in de hoop dat er een wonder gebeurt. Ik wil er namelijk van af. Ik ben een  juf met veertig jaar ervaring in het rekenonderwijs die onmiddellijk in alle valkuilen kukelt waar ze haar leerlingen voor wil hoeden. Het is me wat. Ik ben er wat confuus van. Sinds ik dit weet reken ik driftig door. Elke dag vier sommen. Ik wou dat ik kon zeggen dat ik vorderingen maak, dat ik het minder persoonlijk opneem en dat ik er rustig voor ga zitten. Maar ik ben bang dat dat nog wat langer gaat duren. Wel begrijp ik mijn leerlingen beter dan ooit tevoren. De zwakke rekenaars dan. De zwakke spellers niet. Hoe bestaat het dat je een woord als ‘wakker’ nou met een k kan schrijven. Dat zie je toch zo?
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een reactie plaatsen: