vrijdag 11 december 2015

Column. Koekoe

Even voor half negen komt Luca wat aarzelend bij mijn bureau staan. Ik heb vannacht slecht geslapen, zegt hij. Ik droomde steeds maar over Parijs. Denkt u dat wat daar gebeurd is ook hier kan gebeuren? Achter hem staan leerlingen op die aarzelend in onze richting lopen. Ze zijn duidelijk benieuwd naar mijn antwoord. Nee, dat denk ik niet, zeg ik, in deze stad zal dat niet zo gauw gebeuren. Maar een aanslag in Nederland? Ik zou willen dat ik een ander antwoord kon geven maar eerlijk gezegd denk ik het wel. Luca knikt bedachtzaam. Sarah wringt zich door het groepje naar voren. Juhuf. Haar gezicht staat zorgelijk. Juf, mijn vader zegt dat het heel goed mogelijk is dat ik tijdens mijn leven nog een oorlog mee maak. Er gaat een rilling door het nog steeds aanzwellende groepje leerlingen heen. Ik weet niet of ik het met je vader eens ben, zeg ik aarzelend. Het woord ‘oorlog’ wordt wel heel snel in de mond genomen tegenwoordig. Als we denken aan oorlog dan denken we aan de tweede wereldoorlog of aan SyriĆ«. Dat is echt wel iets anders dan we nu hier meemaken. IS is in staat om verschrikkelijke aanslagen te plegen maar het blijft maar een klein groepje mannen. We moeten onszelf niet al te bang laten maken, zeg ik, je weet nooit wat er in de toekomst gebeurt. Nee, zegt Sarah gelaten, ik wist een jaar geleden ook nog niet dat mijn ouders gingen scheiden en toch is dat nu zo. Precies, antwoord ik. Inmiddels is de groep voor mijn bureau heel groot geworden. Zullen we er maar bij gaan zitten jongens, vraag ik. Praten we er dan nog wel over door? Natuurlijk. Als ze allemaal achter hun tafeltjes zitten, steekt Jamshed zijn vinger op. Ik ben bang voor mijn familie zegt hij. Je familie in Iran, vraag ik. Hij knikt. Ze wonen zo dichtbij IS, zegt hij. Waar zit dat IS eigenlijk, roept Sarah dwars door de klas. Ik haal de wereldkaart erbij. Kijk, dit gebied hebben ze ongeveer in handen. Het wordt heel stil. Dat is dichtbij Iran juf. Ja dat is waar, maar toch denk ik dat de familie van Jamshed wel veilig zit. In SyriĆ« woedt een burgeroorlog en in Irak is al een tijdje niemand echt de baas dus daar heeft IS gebruik van gemaakt, daardoor konden ze daar flink veel gebied veroveren want niemand hield ze echt tegen. In Iran kunnen ze IS wel echt tegenhouden. Daar hebben ze nog een sterke regering en geen burgeroorlog. Jamshed kijkt opgelucht. Ik ben toch zo bang voor dat IS, rilt Kim. Om haar heen klinkt instemmend gemompel. Kijk en dat moeten we proberen niet te laten gebeuren, zeg ik. Dat is precies wat ze willen. We moeten hier gewoon ons leven leiden en vrolijk zijn. Wisten jullie dat de kans dat je thuis van de trap valt veel groter is dan dat je bij een terroristische aanslag betrokken raakt. Er klinkt gelach. Echt waar? Ja echt waar en daar ben je toch ook niet altijd bang voor. Je roept toch ook niet steeds: ooo wat ben ik bang om de trap af te lopen. Ik doe het vandaag maar niet. Ze grinniken. Nee, daar is niemand bang voor. Thomas heeft nog een vraag. Wat hebben die terroristen er nou aan als ze zelf ook dood gaan bij zo’n aanslag? Ze denken dat ze in het paradijs komen, dat er allemaal lekker eten en heel veel mooie vrouwen op hen wachten, leg ik uit. Er valt een perplexte stilte. Dan steekt Bahran zijn vinger op. Ik heb daar maar een woord voor juf. Hij laat een stilte vallen. Nou Bahran? Dat is Koekoe juf. Echt koekoe! Er klinkt een luid geschater op. De angst lijkt voor even bezworen.