dinsdag 26 mei 2015

Column. Empathie

Voorheen was het hoofd der school de baas. Dat kwam mij niet altijd goed uit. Van het principe van een hiërarchie begreep ik altijd wel de logica, de noodzaak zelfs, maar in de uitvoering ging er nogal eens iets mis. Iets doen omdat de baas het zegt is geen groot talent van mij. Het is dan ook opmerkelijk dat deze rol het laatste decennium flink veranderd is: ik loop niet meer zo vaak te hoop tegen hetgeen er uitgevaardigd wordt door mijn baas. Integendeel. Ik voel eerder empathie voor het droeve lot dat hem of haar getroffen heeft. De rol van een schooldirecteur is heden ten dage die van een kapitein zonder mogelijkheden om ook maar in de buurt van het roer van zijn schip te komen. Er staan simpelweg teveel mensen in de weg: het bestuur, de inspectie, passend onderwijs, de minister, de staatsecretaris, de medezeggenschapsraad, de GMR, het management team van de eigen school, de publieke opinie alsmede op hun recht staande ouders die geen enkele drempel meer zien als ze naar school stuiven. Een schooldirecteur kan hooguit zwalkend enige voortgang proberen te boeken met zijn schip. Hier roept iemand dit, daar roept iemand dat. Vandaag wordt rapport 1 naar binnen geschoven. Morgen verschijnt pamflet 2. Moet ik daar echt nog tussen gaan staan en hard mee roepen? Ik breng liever een kopje koffie. De dagen van een doorsnee directeur lijken uit een aaneenschakeling van impulsen, voorvallen en schermutselingen te bestaan. Hier zet een aantal leerlingen de boel op de kop bij een invaller, daar staat een drietal ouders bij het hek kwaad te spreken. Collega A. komt binnen vanwege een omissie in het karakter van collega B. Collega C. is boos omdat ze overal alleen voor staat bij het organiseren van het paasontbijt. Een leerling uit groep 7 heeft een andere leerling een bloedneus geslagen en zit nu achter je in het kantoor. Het bestuur belt waar het Schoolplan blijft, een blik in het leerlingvolgsysteem maakt duidelijk dat vrijwel niemand de groepsplannen op tijd af heeft en collega nummer 4 heeft zich zojuist afgemeld met een zogenaamd legitieme reden om niet bij de personeelsvergadering aanwezig te zijn. En steeds opnieuw die afweging: moet ik op mijn strepen gaan staan of zal ik het maar laten? Maak ik er een punt van tijdens de beoordelingsgesprekken van mijn personeel of moet ik maar accepteren dat het gaat zoals het gaat. Sla ik met mijn schoen op tafel tijdens vergaderingen of ben ik er meer mee gebaat dat de sfeer een beetje leuk blijft. Ga ik akkoord met het beroep dat het bestuur op mij doet ten aanzien van allerlei school overstijgende klussen of steek ik die tijd liever in mijn eigen school? Als ondergeschikte ben ik een beetje week geworden ten aanzien van de lastige positie waar schooldirecteuren in verkeren vooral als er weer eens een zijn biezen moet pakken omdat hij door dat enorme krachtenspel omver geblazen is. Maar er is natuurlijk wel een grens aan deze weekheid. Kom op dames en heren! Treed eens op. Klauter uit dat moeras van eisen en tegenstrijdige verwachtingen. Dit komt niet meer vanzelf goed. Ontwikkel een visie op leidinggeven. Enthousiasmeer. Stel hoge eisen aan het personeel maar sta altijd achter ze bij problemen. Laat iedereen netjes op de deur kloppen en een afspraak maken, ook het bestuur en de ouders. Haal zinvolle scholingen binnen. Creëer sfeer in de school, organiseer zo nu en dan spetterende feesten en ontworstel de school en het team aan de waan van de dag. Met een beetje lef is het een prachtig beroep. Er staat nergens geschreven dat schooldirecteuren boksballen horen te zijn met wie zelfs het meest inspraakgevoelige type medelijden krijgt. Neem ook geen enkel advies meer aan, behalve natuurlijk het mijne!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een reactie plaatsen: