maandag 13 mei 2013

Korte lontjes

Tussen het lokaal van groep 6 en 7 zit een tussenhok. Een oase van rust voor leerlingen die graag alleen werken of die een repetitie moeten inhalen. Dit jaar is het ook een toevluchtsoord voor jongetjes met korte lontjes. Ze zijn al naar binnen gestormd voor ik door heb dat er tijdens de pauze iets mis is gegaan. Waar is Daan? In het hok, juf. Waarom? Hij heeft verloren met voetbal. Aha, is dat het hele verhaal? Nee, een aantal van ons vond het nogal leuk dat hij verloor. En wat deden ze toen? Een liedje zingen. Geen leuk liedje zeker? Nee, geen leuk liedje, zal ik hem voor u uit het hok halen? Welnee, hij komt er vanzelf een keer uit. Het kortste lontje is dat van Milan. Een klein beroep op zijn verantwoordelijkheid, een terechte vraag over iets wat hij nagelaten heeft en alles aan het kleine mannetje explodeert met grote kracht. Hier vliegt een stoel opzij, daar wordt een in de weg liggend been geraakt en hup...daar schuift de deur met een zwiep over de geleiders en verdwijnt hij het hok in. Zijn medeleerlingen zijn er zo aan gewend geraakt dat ze vaak niet eens meer op of om kijken. Was dat Milan? Ja juf. Wat gebeurde er dan? O niks, iets met een pen die hij niet kon vinden. Als ik na een paar minuten de deur open schuif zit daar een doodongelukkig jongetje. Wat was dat nou? Ik kan er niets aan doen juf. Het gebeurt gewoon. Ook Jason voelt zich snel tekort gedaan. Dat slaat nergens op want hij bevindt zich meestal in het centrum van de macht. Hij heerst met straffe hand en bepaalt doorgaans de regels van elk zelfbedacht vechtspel. De belangrijkste regel die hij heeft ingesteld luidt: dat wat mij is toegestaan is daarom een ander nog niet vergund. Dreunen uitdelen is prima - geintje juf – dreunen ontvangen een misdaad van formaat. De tranen knallen uit zijn ogen als hij met zijn worstelaarspas op mij af komt lopen op het plein. Ik doe hem wat hoor, ik doe die Marcel wat! De vermeende dader heeft geen idee heeft wat er fout gegaan is en komt wat schuchter op me af lopen als ik hem roep. Je gooit me keihard op de grond, briest Jason, je speelt het spel gewoon veel te hard! Marcel heft zijn armen verbaasd in de lucht en zegt met ongeloof in zijn stem: ik doe precies hetzelfde als jij doet! Niet waar, ik doe het niet zo hard, schreeuwt Jason. Achter hem klinkt hoongelach. Jason heeft op school maar een meerdere als het op bullebakken aankomt: Derrik. Deze leerling uit groep 8 is net even groter en sterker dan hij. Hij kent Jasons zwakke punten als geen ander en komt als een duiveltje uit een doosje geschoten als Jason zich van zijn allerkleinste kant laat zien. En dus schakelt Jason zijn moeder in. ’s Middags komt ze al mee naar school om de ‘boel op het plein in de gaten te houden’. Het is geen onredelijke vrouw, ze is echt in de veronderstelling dat Jason bang is voor Derrik. De schrik staat haar in de ogen als ze verhaalt over de angst van haar zoon. Jason speelt zijn rol kennelijk goed. Maar ook Derrik is niet voor de poes op dit gebied: hij neemt zijn vader mee. De grote gemeenschappelijke deler bij alle jongetjes met korte lontjes is waarschijnlijk gelegen in de onvoorwaardelijkheid waarmee ze hun ouders kunnen mobiliseren als het even niet helemaal loopt zoals ze willen. Als de rust is weergekeerd en ik mijn klas binnenloop zie ik nog net de schuifdeur van het tussenhok dichtgaan. Wie is het deze keer, vraag ik terwijl ik rustig achter mijn bureau ga zitten. De leerlingen kijken zoekend om zich heen. Tja….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een reactie plaatsen: