maandag 29 april 2013

Schuchter

De leerlingen in deze klas houden elkaar goed in de gaten. Er ontsnapt niet veel aan hun waarneming. De ochtend is nog maar net begonnen of daar gaan de eerste vingers al de lucht in. Juf, waar is Richard? Juf, Sharon is er nog niet! Alleen de afwezigheid van Michelle kan lang onopgemerkt blijven. Negen uur, kwart over negen, o gut, weet iemand iets over Michelle? Verschrikt springen er een aantal kinderen op. Zal ik het even vragen beneden? Zal ik de telefoon even halen? Michelle appelleert aan ons schuldgevoel. Althans aan dat van het vrouwelijke deel van de groep. Michelle is namelijk nagenoeg onzichtbaar. Zelf lijkt ze dat niet erg te vinden. Ze kan zichzelf goed aansturen. Ook als ze niets van de lesstof begrijpt werkt ze ingespannen en geconcentreerd. 20 fout juf. Och jee, meisje toch, waarom kwam je het niet even vragen? Ze haalt haar schouders op. Ik wist niet dat ik het moeilijk vond. Michelle geeft niets om de laatste mode, niets om het bezit van een telefoon, niets om sociale media. Daardoor mist ze alle aansluiting met de andere meisjes. Een groot deel van alle informatie-uitwisseling vindt tegenwoordig plaats in Whattsapp. Het maakt niet meer uit hoezeer je je als leerkracht tegen ongewenste groepsvorming verzet, op Whattsapp gaan ze geheel hun eigen gang. Ik heb al menig conflict moeten beslechten dat in cyberspace is begonnen. Michelle weet daar niets van. Het lijkt haar niet te deren. Ook bij het voorbereiden van de Sterrenparade, de juffendag en de kijkavond doet ze consequent nergens aan mee. We komen nog een meisje tekort, wil jij meespelen Michelle? Nee! Het antwoord klinkt hard en duidelijk. Uiteindelijk is Rutger bereid om een pruik op te zetten en de vacante rol voor zijn rekening te nemen. Michelle werkt ondertussen aan haar spreekbeurt. Ze kijkt niet op of om en gaat haar eigen onnavolgbare gang. Het is dan ook altijd een verrassing als er plotseling een eind komt aan al dit schuchtere gedrag. Meestal is het Nadia die me komt waarschuwen. Zij werkt met Michelle op hetzelfde niveau met rekenen en ziet dus als eerste dat het mis is. Juf, ze huilt! Wie? Michelle! Michelle, waarom dat dan? Weet ik niet. Nadia sloft bozig weg. Ik loop naar Michelle. Ze snikt onbedaarlijk en - vreemd genoeg- onhoorbaar. Ook dit kan ze kennelijk stilletjes. Wat is er? Niks, klinkt het gesmoord. Ze huilt dus maar zo wat, concludeert Richard grinnikend. Ze had er gewoon eens zin in, vult Mick aan. Houd daar eens mee op, gebaar ik. Er schieten wat dames toe die de arm om haar heen leggen en haar over de rug beginnen te aaien. Wat is er dan Michelle, klinkt het lief. Ga eens zitten, zeg ik, we gaan pas troosten als we weten wat er is. De lippen van Nadia hebben zich ondertussen tot een smal streepje gevormd. Je weet dus toch wel wat er aan de hand is, zeg ik. Nadia schudt haar hoofd. Nee, echt niet maar ik denk dat ik het wel weer gedaan zal hebben. Het is altijd mijn schuld. Ik kijk Nadia verbaasd aan. Ik heb je nog nooit de schuld ergens van gegeven. Nee, u niet, antwoordt Nadia, Michelle! Het hoofd van Michelle schiet met een ruk omhoog. Je speelt altijd de baas over me, roept ze boos. We moeten altijd jouw zin doen! Ja, natuurlijk speel ik de baas, snibt Nadia, je zegt altijd dat ik het maar moet zeggen. Nou je doet die sommen in vervolg maar mooi alleen! De rest van de ochtend staart Michelle met lege ogen naar haar werk. Na verloop van tijd kan Nadia het niet langer aanzien. Luid zuchtend staat ze op. Zal ik je maar weer helpen dan? Ja graag, klinkt het zachtjes.

zondag 7 april 2013

Lege doos

Op de meester- en juffen dag (een armzalig substituut voor het vieren van verjaardagen van leerkrachten) voeren de meisjes uit deze klas een toneelstuk op. Het is het tweede toneelstuk deze maand want ook voor het Egypteproject hadden ze iets ingestudeerd. De voorstelling was echter niet zo succesvol geweest omdat Sharon mijn afwezigheid (ik had griep) aangreep om een clown te introduceren in het spel. Ze had daarmee het spel zo ontregeld dat haar vriendinnen een week later nog laaiend waren. Het eerste wat ze me vragen als ik weer beter ben is of ik Sharon even ernstig toe wil spreken. Ze stonden namelijk ernstig voor gek toen die malle clown opdook. Het is dan ook een wonder van vrouwelijke vergevingsgezindheid dat Sharon ook bij het nieuwe toneelstuk weer mee mag spelen. Sharon peinst er niet over om zich ditmaal dienstbaar op te stellen. Ook nu gedraagt ze zich als een ongericht projectiel en maakt aan de lopende band grappen waar ze alleen zelf om moet lachen. Haar fanclub kent precies een lid: zijzelf. Het vriendelijke coöperatieve gedrag waar ze in de klas in excelleert, is in geen velden of wegen te bekennen. Samenwerken, je aanpassen, constructief meedenken, het is niet iedereen gegeven. Chantal begint er vaak niet eens aan. Ook niet ten behoeve van mijn verjaardag. Ze loopt precies vijf minuten rond bij het toneelstuk(pfff..saai), vijf minuten bij degenen die een quiz voorbereiden (pfff.. nog saaier) en prutst drie minuten wat ongeïnspireerd aan een tekening(pff.. saaist). Dan loopt ze naar me toe en zegt: ik geef het op, ik ga maar wat lezen. Haar vriendin Sarah sloft bozig achter haar aan. Ja, wat wil je nou? Ik ga iets zonder jou doen hoor! O doe maar hoor, wuift Chantal achteloos. Bozig sluit Sarah zich aan bij de toneelgroep. Een kwartier later komt ze haar beklag doen. Juf, Chantal bemoeit zich met ons toneelstuk. Ik jaag Chantal weg. Een groot deel van de jongens is in de ban van het computerspel Minecraft, ze hoeven dan ook niet lang na te denken over een cadeau: ze gaan een stad voor mij bouwen. Een stad vol gebouwen met vlaggen, gelukwensen, vuurwerk. Eendrachtig zetten ze hun laptops onder leiding van Marco bij elkaar in de buurt. Ingespannen turen ze naar hun scherm. Het is doodstil. Een voor een volgen ze de aanwijzingen van Marco op. Links komt een piramide (Egypte! Leuk voor de juf), rechts een overwinningsboog(Napoleon! Leuk voor de juf).Wie bouwt de letter G? Wie bouwt de letter E? Tot mijn genoegen zie ik dat Tim en Koert ook mee doen. Ze hangen er soms maar wat bij in deze groep maar nu doen ze volwaardig mee. Mooi! Dat cadeau is al binnen. Na tien minuten is het met mijn blijdschap gedaan. Koert heeft zijn tafel half weggedraaid en tuurt met een boos hoofd naar het scherm. Na nog eens tien minuten draait Tim zijn tafel helemaal weg. Hij is de stad uitgegooid, zegt hij boos. Maar waarom, vraag ik verbaasd. Omdat hij met TNT sjouwt, gromt Marco. Met TNT, vraag ik verbaasd. Ja, dat is een soort dynamiet juf en daarmee kan je alleen maar dingen opblazen. We willen niks opblazen vandaag. En hoe zit het met Koert? Koert wil geen letters bouwen juf, alleen vuurwerk. Maar we willen nu eenmaal eerst een woord maken. Ik knik. Ik snap het. Hoofdschuddend loop ik terug naar mijn bureau. Zo jong en dan al zo vastbesloten om perse oncoöperatief te zijn. Dan bedenk ik dat ik er zelf ook wat van kon. Was ik niet degene die tijdens die vermaledijde school rommelmarkten in de jaren negentig eindeloos met een lege doos rondsjouwde. Puffend en hijgend. Zogenaamd het zweet van het hoofd wissend. Wie weet waar deze doos moet collega’s? Heeft iemand een idee?