zondag 27 januari 2013

Verkenning

Tijdens een taalles bespreken we het woord ‘denkbeelden’. Jorrit steekt zijn vinger op. Je kunt rechtse denkbeelden hebben en linkse, zegt hij. Ik knik. Heel goed! Kun je ook uitleggen wat bijvoorbeeld een rechts denkbeeld is? Ja, dan vind je het niet zo erg dat sommige mensen erg rijk worden, dan denk je dat rijke mensen gewoon beter hun best doen dan arme mensen. En een links denkbeeld, vraag ik. Dan vind je het erg dat er hele arme mensen zijn, antwoordt hij, dat vind je dan zielig, die wil je dan helpen. De klas luistert ademloos. Jorrit weet veel. Keer op keer overvalt hij ons met zijn bijna volwassen inzichten en uiteenzettingen. Kenneth steekt zijn vinger op. Ik denk, zegt hij, dat denkbeelden ook beelden zijn die je in je hoofd kunt zien. Je denkt er gewoon aan en dan zie je ze. Er klinkt instemmend gemompel. Ja dat zijn ook denkbeelden. Dan neemt Daan het over. Kan het ook zijn juf dat je je soms dingen verbeeldt, dat je denkt dat je iets ziet maar dat dat er helemaal niet is? Ik knik. Je bedoelt dat iets denkbeeldig kan zijn. Ja precies, antwoordt Daan. Er klinkt rumoer op. Dat heeft Maarten, dat heeft Maarten, klinkt het. Wat heeft Maarten, vraag ik verwonderd. Een denkbeeldig vriendje! Ik kijk Maarten aan. Die kijkt vrolijk terug. Ja, die heb ik, zegt hij, hij heet Willy. En hoe vaak spreek je hem dan? Elke dag, antwoordt Maarten. Hoe ziet hij eruit, vraagt Bastiaan geamuseerd. Hij heeft lang haar en hij is heeeeel druk. O, dan moet het de tweelingbroer van Ozan zijn, grinnikt Mick. De klas schatert het uit. Ook Ozan heeft de grootste lol. Daar lijkt Willy inderdaad wel wat op, bevestigt Maarten, maar hij lijkt ook op mijzelf. Gaat hij wel eens mee naar school, vraag ik. Heel soms, niet vaak. Dan zit hij daar in die hoek! Bastiaan steekt zijn vinger op. Bij mij ligt er ’s avonds vaak iets denkbeeldigs onder het bed. Het valt stil. Bij Bastiaan? Die grote, aanwezige, stoere, jongen. Is hij bang in het donker? Bastiaan kleurt een beetje rood. Ik ben er echt bang voor hoor, mompelt hij zachtjes. Dan klinken er instemmende geluiden. O ja dat heb ik ook. Ja ik ook. Juf! Mark vraagt de beurt. Mick heeft mij verteld dat hij ook vreemde dingen ziet. Hij ziet dingen die ik niet zie. Ik kijk Mick aan. Is dat waar? Mick knikt. Ik zie kleuren om mensen heen, legt hij uit. Ik zie ze niet altijd hoor maar bij sommige mensen zie ik het heel duidelijk. Juf Olga is bijvoorbeeld heel erg blauw. Ik knik. Dat is heel bijzonder Mick. Dat wat je ziet zijn aura’s. Sommige mensen kunnen dat zien. De meeste mensen niet. Mick kijkt mij opgelucht aan. Als ik het vertel moeten mensen meestal heel erg lachen. Nou ik niet, antwoord ik terwijl ik opsta van mijn kruk maar het wordt tijd dat we de taalles gaan maken die hier bij hoort. Hè nee, klinkt het. Kom op jongens, aan het werk, houd ik vol terwijl ik naar mijn bureau loop, als jullie klaar zijn kunnen jullie verder met jullie werkstuk. Na een kwartier staan de eerste leerlingen op om een laptop uit de kar te halen. Sarah en Michelle buigen echter af en lopen naar mijn bureau. Juf, mogen we voor een keer iets anders doen? We willen zo graag meer weten over denkbeeldige vriendjes en aura’s en zo. Hoe willen jullie dat aanpakken, vraag ik. Nou eerst gaan we Maarten en Mick interviewen en daarna gaan we op het internet meer zoeken over deze onderwerpen. Dat is goed, zeg ik. Ze maken allebei tegelijk een huppelsprongetje. Mogen we dan in het kamertje?

2 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wederom mooi geschreven Juf! :)

    Interessant onderwerp, daar is de zwartekat voor he! ;)

    http://www.zwartekat.com/aura.php

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie plaatsen: