zaterdag 1 december 2012

Bullebakjes

Ik maan de klas tot stilte. Denk eraan, zeg ik terwijl ik nog net niet mijn handen in de zij zet, als we zo buiten gaan spelen, wordt er niet op Tobias gezeten! Er klatert een lach op. Nee hoor, juf, grinnikt Bastiaan, we zullen dat echt niet meer doen. Als ik even later met een kopje koffie in mijn hand naar buiten loop, zie ik toch twee kinderen in de kou op de grond liggen. Tot mijn verbijstering is Tobias de onderste. Wat zullen we nu hebben, fulmineer ik. Bastiaan schiet overeind. Hij kleurt rood. O sorry, vergeten. Tobias staat op en slaat het zand van zijn kleren. Hij lacht. Ik stuur Thomas naar binnen. Waarom lach je er eigenlijk altijd om, vraag ik, zo leuk lijkt het me allemaal niet. Tobias kijkt mij ongelukkig aan. Ik weet niet zo goed wat ik anders moet doen, piept hij. Er zitten 16 jongens in deze klas. Het ene moment hebben ze ontzettend veel plezier met elkaar, het andere moment spelen ze onbewust hardvochtige scenes uit het boek Lord of the Flies van William Golding na. De laatste weken is Tobias de pineut. Maar het kan ook Rutger zijn of Shawn. Steven en Bastiaan zijn het nooit. Deze jongens hebben de onbetwiste leiding. Het zijn vriendelijke bullebakjes. De macht die ze hebben maakt zowel het beste als het slechtste in hen wakker. Ze kunnen geweldig loyaal, ruimhartig en vriendschappelijk zijn. Voor Bastiaan geldt dat zelfs letterlijk. Hij omhelst zijn vrienden om de haverklap. Kom hier, kom hier, kom naast me zitten, sist hij regelmatig. Zo gauw de uitverkorene naast hem neerstrijkt slaat hij zijn arm om hem heen en drukt zijn vriend stevig tegen zich aan. Soms zit er aan de andere kant een al even beknelde favoriet. Kun je zo echt prettig schooltelevisie kijken, vraag ik dan verbaasd. O ja knikt het in elkaar vervlochten drietal. Echt wel! Steven heeft een andere manier om zijn leidinggevende positie veilig te stellen. Hij steunt zijn ‘maten’ door dik en dun. Zelfs al hebben ze zojuist een andere leerling een rotschop gegeven en zijn ze op weg naar de schoolmeesterlijke rechtbank, dan nog sissen de steunbetuigingen over het plein: ik wacht op je jongen! Zet hem op hè? Het valt niet altijd mee om de macht van deze bullebakjes in goede banen te leiden. Er zijn dagen dat de bladeren zo hard van de bomen waaien, de getergde moeders van laag in de hiërarchie staande jongens zo snel op hun fietsen springen en de vuisten van de meer assertieve slachtoffers zo hard uithalen dat ik even denk dat ik het niet ga redden. Het zijn oeroude krachten die ik daar soms op een vrijdagmiddag met een vermoeid lijf sta te bedwingen. Maar het gaat altijd weer voorbij. Ook Steven en Bastiaan hebben mijn hulp soms hard nodig. Want macht verwerven is een ding, macht behouden een ander. Op een dag komen een aantal meisjes mij verbaasd melden dat Steven huilend achter een muurtje staat. Ik zoek hem op en wacht tot het ergste gesnik voorbij is. Zeg het maar. Ze hebben me weggestuurd, snikt hij. Ik zie aan hem dat hij het niet geloven kan. Weggestuurd, vraag ik, waarom dan? Ze zeggen dat ik te groot ben en veel te zwaar! Ik kijk om de hoek van de muur. In de verte zijn de jongetjes uit de klas aan het bokspringen. Steeds hoger springen ze, steeds meer bokken worden er achter elkaar gezet. Ze gieren het uit van plezier. Het massieve lichaam van Steven heeft hem veel succeservaringen opgeleverd bij het vergaren van een absolute machtspositie in deze klas maar nu laat het hem in de steek. Weggestuurd, afgedankt. En niemand die sist: we wachten op je jongen. Zet hem op!

1 opmerking:

  1. Zoals immer het geval is, heb ik ook weer van deze gesmuld. Erg beeldend. :)

    dank voor het delen.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie plaatsen: