zondag 4 november 2012

Leon

Ik sta in een parkeergarage bij een bekend winkelketen in het midden van het land. Net als ik uit wil stappen loopt er iemand vlak langs mijn auto. Een medewerker van de winkel duwt een aantal winkelwagentjes voor zich uit. Er is iets bekends in zijn houding. Als ik beter kijk zie ik dat het Leon is. Ik kijk verbaasd naar de ongeïnspireerde wijze waarop hij de karretjes voor zich uitduwt. Leon kwam in de eerste jaren van deze eeuw steeds opnieuw op mijn pad. Ik was zijn studieloopbaanbegeleider in het eerste jaar van de pabo, zijn stagebegeleider in het tweede jaar en zijn Lio- en scriptiebegeleider in het vierde jaar. Het viel destijds niet mee om Leon op de opleiding te houden. Hij had er een handje van om met vrouwelijke docenten en leerkrachten overhoop te liggen. Hij ergerde zich snel aan hun ‘pietluttigheid’, zoals hij dat noemde en begreep niet dat hij niet in de positie was om hen aan te spreken op hun gewoonten. Daar kwam bij dat uitgerekend in zijn eerste jaar het competentieleren zijn intrede deed. Ik begrijp er he-le-maal niks van, brieste hij tot mijn schrik tijdens zijn assessment tegen mijn collega, wat wilt u nu van mij? Ik wil hier leren lesgeven. Wat heeft dat te maken met al dit gezeur over competenties? Toen mijn collega boos opmerkte dat hij door zich zo te gedragen in ieder geval op een punt al incompetent was, liep hij woedend weg. Dezelfde avond stond er een excuusbrief op de mail. Hij schaamde zich diep, schreef hij, zou hij nog een kans mogen krijgen om het allemaal in orde te brengen? Ik had een zwak voor hem, al gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat ik daar vrij alleen in stond. Zo gauw hij les gaf bleek Leon een liefdevolle en enthousiaste kant te hebben. Ik was ervan overtuigd dat hij wel in zijn rol als leerkracht zou groeien. Dus bleef ik hem telkens voor de uitgang van de pabo wegslepen. Hij komt er wel, sprak ik de ene keer sussend tegen een collega. Geef hem de tijd, hij is nog jong, soebatte ik een andere keer tegen zijn begeleider op de stageschool. De keren dat hij tijdens de stage toevallig een mannelijke leerkracht trof ging het uitstekend. Mannelijke collega’s waren onveranderlijk optimistisch over hem. Maar ja. Hoeveel mannen staan er nog voor de klas in het basisonderwijs. Leon kwam steeds weer bij ‘een zeurpiet’ terecht, vond hij. Je kunt je nu wel ergeren aan al die precisie van die dames, mopperde ik als er weer eens wat was voorgevallen, maar zolang je je diploma niet hebt, heb je het er mee te doen. In het vierde jaar van de opleiding gedroeg hij zich voorbeeldig en schreef een gedegen scriptie. Ik sprak hem opgewekt toe bij de diploma-uitreiking en wenste hem het beste toe. We zijn inmiddels vijf jaar verder en nu loopt hij hier in een parkeergarage winkelwagentjes te verzamelen. Wat zou er gebeurd zijn, denk ik terwijl ik mij laat terugzakken in mijn stoel. Is hij gefrustreerd geraakt van al dat zware invalwerk. Heeft hij een directrice getroffen die een fervent aanhangster bleek van het micro-management. Is hij wellicht doodmoe geraakt van al dat solliciteren naar niet bestaande banen? Net als ik zijn naam wil roepen, bedenk ik mij. Wil ik het eigenlijk wel weten? Zit mijn taak er niet gewoon op? Als ik hem in de verte zie hannesen om de karretjes allemaal tegelijk door een deur te krijgen bedenk ik me hoe treurig het eigenlijk is dat hij hier onder zijn niveau door een parkeergarage sjokt en ik, en velen met mij, tot ons zevenenzestigste door moeten gaan terwijl we dat natuurlijk helemaal niet willen en misschien ook wel helemaal niet kunnen.

2 opmerkingen:

  1. Och, zoveel ontlopen de LA-schaal voor afgestudeerde leerkrachten en de schaal waarin AH zijn winkelwagenmedewerkers betaalt, elkaar nu ook weer niet.

    Daarbij is het ontspannen werk, waarbij je klanten kunt helpen die niet door elkaar hollen en schreeuwen, waarbij je collega's hebt die niet continu klagen of zeuren maar over de leuke belevenissen in het weekend of op tv praten, waarbij je een baas hebt die geen nodeloze administratie van je vraagt, en waarbij je een heldere scheiding van werk en thuis geniet.

    Dus ergo: die Leon heeft het zo gek nog niet bekeken :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Tja, een supermarkt biedt vastigheid en een redelijk salaris. Dingen waarmee je een toekomst kunt opbouwen. Het basisonderwijs niet meer, slechts uitzichtloos invalwerk...

    Leon begrijpt het tenminste.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie plaatsen: