zaterdag 9 juni 2012

Verkeersles

Zeker twintig klasgenootjes zijn haar voorgegaan op de fiets. De meesten hebben zich keurig aan alle aanwijzingen gehouden: eerst achterom kijken, hand uitsteken en dan voorsorteren als je het voorrangsfietspad nadert. Toch ziet Sharon kans geen van deze handelingen uit te voeren. Als ze het teken krijgt om te laten zien dat ze de regels heeft begrepen, brengt ze haar fiets wiebelig in beweging, kijkt niet over haar schouder naar achteren en rijdt, zonder voor te sorteren, zonder ook maar en blik naar links of rechts te werpen recht op het fietspad af. Collega L. en ik schreeuwen ons tegelijkertijd de longen uit het lijf. Sharon laat zich echter niet uit het veld slaan door ons gebrul, uit haar lichaamshouding blijkt dat zij ook de razend drukke verkeersweg die zich achter het fietspad bevindt op dezelfde wijze denkt te kunnen nemen: met blind vertrouwen in de voorzienigheid. Mijn hart klopt in mijn keel. Ik twijfel ineens aan mijn vermogen om haar vandaag in leven te houden. Als ik Sharon eindelijk tot stilstand heb geschreeuwd, kijkt ze me verbaasd aan. Haar houding verandert in een seconde van roekeloos in apathisch. Doe ik het niet goed? Zegt u het dan maar hoor juf. Kan het nu? Nee, nu dan wel? Neem zelf een beslissing, roep ik. Kijk goed. Ga niet als je twijfelt. Sharon blijft echter naar mij kijken. Je moet naar links kijken, zeg ik. Sharon kijkt braaf naar links en dan weer naar mij. Ik ben er van overtuigd dat ze niet echt iets waarneemt. Ondertussen heeft Sarah zich al in beweging gezet om de oversteek te wagen. Sarah is Turks maar in Nederland geboren en opgegroeid. Ze kan echter amper fietsen. Ze doet ontzettend haar best maar het verkeersknooppunt is gewoon te complex voor haar. Fietspad links, schreeuw ik. Ze kijkt gehoorzaam naar links. Fietspad rechts, schreeuw ik. Denkt u dat ik kan gaan, vraagt ze onzeker. Wat denk je zelf, vraag ik uitnodigend. Sarah haalt besluiteloos haar schouders op. Ik weet het niet juf. Ja maar lieverd, ik sta hier de volgende keer echt niet als jij de weg over moet. Ha, ha, nee juf, dat weet ik. Ik slaak een zucht van verlichting als ze aan de overkant is. Er zijn ook leerlingen die de route van het verkeersexamen veel geoefend hebben met hun ouders. Tim hoef ik om die reden niets meer te vertellen. Ik heb hier al al vier keer met mijn ouders gereden, zegt hij als ik op het punt sta om hem een aanwijzing te geven. Ik klap mijn mond braaf dicht. Als hij echter bij de derde hindernis opnieuw vergeet zijn hand uit te steken en andermaal zelfverzekerd in mijn richting roept dat hij hier al voor de vijfde keer rijdt kan ik het niet laten: zolang je je hand vergeet uit te steken moet je misschien ook nog maar een zesde keer gaan oefenen! Tim rijdt met een rood hoofd verder. Ik ben nooit op mijn best met dit soort uitstapjes, denk ik berouwvol als ik naar zijn verdwijnende rug kijk. Dit reflectieve moment duurt echter maar kort want Mickey komt eraan gescheurd. Ik ken deze weg want ik woon hier, roept hij enthousiast terwijl hij aanstalten maakt nog net voor een aanstormende auto langs te schieten. Mijn terechtwijzing weerkaatst door de hele buurt. Gelukkig doen de meeste leerlingen het heel goed. Soms zelfs te goed. Zo doet Daan bijvoorbeeld heldhaftige pogingen om zijn hand uit te steken en tegelijkertijd zijn fiets in beweging te zetten. De poging eindigt in de berm. Ik help hem overeind. Nog even en we zijn weer op school, denk ik opgelucht. Dat is een plek waar mijn zonnige aard veel beter tot zijn recht kom dan hier op straat.

2 opmerkingen:

  1. Beste Inge Braam,
    Wat een genoegen deze voorvallen uit het echte leven te mogen lezen. Als ex-leraar in de basisschool een feest (hoewel; 'feest'?) van herkenning. We hebben dit zo broodnodig naast die rapporten van ideologen die zo haarfijn een situatie in allerlei onderdelen die aandacht behoeven weten op te knippen, waardoor zij complexe materie onder de knie lijken te hebben.
    Ik weet zeker dat dezelfde lieden hun kinderen niet opvoeden volgens dergelikjke schema's.
    Ze vertoeven in parallelle werelden die het paier nu eenmaal doet ontstaan.
    Ik ben erg gelukkig met die nuchtere beschrijvingen van de werkelijkheid die u hier met regelmaat aan de lezer openbaart.
    Die werkelijkheid is echt.
    Vandaar mijn feest van herkenning. U heeft m.i. anno 2012 geen gelijke als het gaat om de beschrijving van de praktijk in het basisonderwijs. En daarom blijven uw waarnemingen goud waard.
    Ik bewonder uw nuchterheid.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. beste inge braam,
    uw verhalen begrijp ik goed.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie plaatsen: