zaterdag 26 november 2011

Preventief

Er zijn ouders die hardnekkig blijven geloven dat al het leed dat hun kinderen overkomt, voorkomen had kunnen worden als leerkrachten maar op tijd ingegrepen hadden. Dat is een misvatting. Al bevestig je tientallen camera’s en installeer je in de gangen en bij de garderobe op iedere hoek een toezichthouder, er ziet altijd iemand kans om snel te grijnzen, te sissen, te duwen of anderszins een medeleerling te ontregelen. Als er tenminste opzet in het spel is. De meeste akkefietjes tussen leerlingen ontstaan plotseling: er knalt plotseling een bal tegen het hoofd van een leerling, iemand duwt net even te hard tegen een schouder bij het pakken van de jas. Elke dag spelen zich op elke school dit soort taferelen af. Het hoort bij het schoolleven. Je kunt het niet voor zijn. Toch blijven er ouders die menen dat het echt mogelijk is dit allemaal te voorkomen: leerkrachten moeten beter opletten, op tijd in de buurt zijn en niet zulke softe sancties toepassen. Hoe deze ouders toch altijd zo precies weten hoe de vork in de steel zit en wie er schuldig is (de ander) en wie er niet schuldig is (het eigen kind) is me een raadsel maar hun verklaringen staan als een huis en hun oordeel is ongemeen streng: nog even en ze zoeken een andere school. Nou is er op dit gebied niets nieuws onder de zon. Vroeger ging het niet anders. Toen ik 11 was speelde ik veel met mijn buurmeisjes. Dat liep wel eens uit de hand. Hun moeder kwam dan steevast naar buiten en eiste op hoge toon een verklaring omtrent deze ruzies. De verklaring die mijn buurmeisjes gaven vertoonde geen enkele overeenkomst met de werkelijkheid. Ze logen alles bij elkaar. Het gevolg was dat ik een strenge reprimande van mijn buurvrouw kreeg die ik verbolgen aanhoorde. Op een dag had ik er genoeg van en vroeg ik, nadat ik weer eens de wind van voren had gekregen, aan het oudste buurmeisje waarom ze toch altijd zo loog over wat er gebeurd was. Ze schoot in de lach en zei: omdat mijn moeder het gelooft natuurlijk! En zo is het. Dat is precies wat kinderen van ouders die naar school stuiven weten: mijn ouders geloven wat ik zeg. Het grote verschil met vroeger is dat heden ten dage bij het woord ‘klacht’ iedere onderwijzer, directeur en schoolbestuurder terstond een hartverzakking krijgt. Op het geestesoog ontrolt zich in rap tempo een nachtmerrieachtig visioen: geroddel bij het hek, vertrekkende ouders, krantenkoppen, klachtencommissies. Om die reden krijgen klagers veel meer ruimte dan ze eigenlijk verdienen. Alle inspanningen zijn er opgericht om de onvrede zo snel mogelijk te beteugelen. Is het zo goed? Bent u tevreden met deze oplossing? Heel fijn! Is alles thuis verder goed? Ook met uw oude moedertje? Mooi! Kom gerust langs als er nog eens wat is. Het nieuwste verschijnsel dat zijn intrede heeft gedaan om eventuele klagers verregaand tegemoet te komen is het ‘actief pleinwacht lopen’ van leerkrachten. Op deze wijze hoopt men precies op tijd te zijn als zich iets onaangenaams dreigt voor te doen. Het is een merkwaardig gezicht: plotsklaps staat de juf niet meer op de zichtbare plek waar zij altijd staat maar doemt ze ergens op waar kinderen het niet verwachten of waar leerlingen die assistentie nodig hebben haar met geen mogelijkheid kunnen vinden. Helpt het? Welnee. Er is altijd wel een hoek waar de juf net niet loopt, er speelt zich altijd wel een ruzietje af terwijl de meester zich net omgedraaid heeft. Het kan niet anders of iedere leerkracht krijgt binnenkort een kwadrant van het plein ter beschikking om toezicht over te houden. Daarna zullen er wachttorens opdoemen, compleet met verrekijkers en megafoons. Zolang men denkt dat klagers hoe dan ook tegemoet gekomen moeten worden is immers alles mogelijk.

zaterdag 12 november 2011

Meten is zweten

Bij het verwerken van de toetsgegevens van rekenen in het leerlingenvolgsysteem is het niet mogelijk om alles in een keer te overzien. Het scherm is te klein of de pagina te groot. Om die reden ben ik om de haverklap de kluts kwijt. Waar ben ik nu? Bij som 2 van Adinda of bij som 6 van Willem? O gut, vijf sommen terug heb ik een hokje overgeslagen. Wissen dan maar weer. Het is de vierde keer dat ik een deel van de resultaten wissen moet. Mijn humeur gaat met sprongen achteruit. Het went nooit echt om al deze uitgebreide administratieve handelingen te verrichten. Met taal is het allemaal nog een graadje erger. Het wemelt van de woorddictee’s, werkwoordendictee’s, thematoetsen en signaleringsdictee’s. Naast deze maandelijks terugkerende administratie voer ik twee keer per jaar een groot aantal Citotoetsen in en ook op sociaal-emotioneel gebied worden leerlingen tegenwoordig uitgebreid gevolgd. Meten is zweten. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik ondanks al dit monnikenwerk niet zo heel veel meer weet over de prestaties van mijn leerlingen dan pakweg tien jaar geleden. Het grote verschil tussen toen en nu is dat er nu een heel regiment over mijn schouders meekijkt en interpreteert en oordeelt. Er is maar een teneur: omhoog met die resultaten, omhoog, omhoog! Meten is weten. Nog meer meten is nog meer weten. Alles meten is alles weten. Maar is dat wel waar? Naarmate het belang van de resultaten groter wordt, wordt de wijze waarop de resultaten tot stand komen ongetwijfeld diffuser. Het getuigt heden ten dage van ware doodsverachting om toetsen plompverloren op de tafels van de leerlingen te leggen. Om die reden wordt overal op scholen het een en ander voorbereid en doorgesproken met de leerlingen. In de ene klas wordt extra geoefend, in de andere extra structuur geboden. Weet je nog hoe het zat met het uitrekenen van de oppervlakte? Zie je daar aan de wand die spellingskaart hangen! Het gaat steeds minder om echte resultaten en steeds meer om gewenste. Is dit bedrog? Nee, het is hooguit een hellend vlak. Een hellend vlak dat echter zo maar van het een op het andere moment in bedrog kan overgaan. Er staan immers belangen op het spel die niet alleen het welbevinden van de leerling dienen. Het gaat er helaas in tijden waarin iedereen de maat genomen wordt vooral om hoe sterk je in je schoenen staat. Wie ziet er nou niet tegenop om plaats te nemen in een vergaderkamertje waar de toetsresultaten van je groep roodgekleurd op het White Board geprojecteerd staan. Tjee, hoe kan dat nu Tjeerd. Enig idee wat je er aan zou kunnen doen? Kijk, in groep 3 was er nog weinig aan de hand, hoe kan dit nu zo ineens Maria? In de Verenigde Staten, waar het belang dat aan toetsgegevens wordt gehecht tot zulke ridicule hoogten is gestegen dat men zich in iedere klas alleen nog maar een slag in de rondte oefent voor de lees- spel- en rekentoetsen zag men zich gedwongen de resultaten op bedrog te onderzoeken. En wat bleek…de zaak werd hier en daar grotelijks belazerd. Je kunt zo’n uitkomst gewoon voorspellen. Het is niet goed te praten maar wel te begrijpen. Slechte resultaten leiden in de Verenigde Staten inmiddels tot het sluiten van scholen en het ontslag van leerkrachten. Het is echt niet uit te sluiten dat dat hier in de toekomst ook gebeurt. Op mijn bureau ligt inmiddels een halve meter aan taaltoetsen te wachten op invoering. De opbrengst van een week. Geen tijd. Geen zin. Ik ben inmiddels gewoon door gegaan met het volgende hoofdstuk in het taalboek. Natuurlijk is dat niet erg. Slechte spellers worden heus niet zomaar ineens goede spellers. Behalve als ze de resultaten naar hun hand weten te zetten natuurlijk.